door een
lieven vriend onder den arm genomen en we wandelden naar buiten, in de
frisch-open straten, en hij vertelde op zijn lieve, kalme, beschaafde
wijze.... Ik zou den heer Wagenvoort willen vragen: wanneer doet ge dat
eens weer?... Vooral ik--maar waarschijnlijk duizenden met mij--heb er
zoo'n behoefte aan: bedenk, ik ben geabonneerd op het Handelsblad en een
booze fee heeft mij bij mijn geboorte be-vloekt, dat ik elken regel
druks dien ik ontmoet, in een minimum tijds zou moeten verslinden.... En
zoo lees ik, moet ik lezen, ook alle romanfeuilletons.... God helpe
mij.... Op 't oogenblik houen we an 'n met coli-bacillen vergiftigd
waterreservoir. D'r moet 'n jong meisje "uit den weg geruimd worden."
...Nu weet ge er al alles van.... Kom, bid ik u, weer eens wat verhalen
op uw gemoedelijke, beschaafde, logische en vaak zoo veelzeggende
wijze.... Zoo houd ik 't niet uit.... Die juffrouw met de
coli-bacillen--en O! de gedrochten die haar zijn voorafgegaan! en O! die
na haar zullen komen!...--zij bezorgt mij een cauchemar!...
Mei '13.
* * * * *
[p.50] SAM. GOUDSMIT: IN DE GROOTE LEERSCHOOL
Wat is het, dat de jeugdig-bloeiendste, de krachtigst-voortschrijdende,
de sterkst-bezielde menschelijkheid in dit werk, epileptisch-plotseling
en -abrupt, met een vergrauwende uitputting bevangt, dat de gestalte als
levenloos inzinkt, de stralende oogen verglazigen, de jong-roode lippen
verbleeken, en dan, weer eensklaps wijkend, haar veroorlooft te
herrijzen, jong-bloeiend gelijk zij was, met oogen, die hun rijke,
innige glans, wangen en lippen die hun kleur hebben herwonnen. En zij
staat weer, krachtig, naast u en schijnt zelfs geen herinnering mee te
dragen aan haar tijdelijken dood.... Maar gij zijt stil en als schuw
geworden en denkt na. Want ge weet 't wel: wat in kunst-leven gelijkt op
het ziek-worden en sterven van Natuur-leven, komt voort uit een aanval
van veronechting alleen.... Maar ge vondt 't toch in zijn levende
geheelheid zoo innig, ge vondt het toch zoo prachtig waar.... En het
onecht vinden van een deel, te midden van zooveel overtuigende echtheid,
dat is iets zoo subjectiefs!... Hebt ge u misschien vergist? Was die
inzinking er wel?... En ge scheldt uzelf al een hallucinair fantast!
Maar terwijl ge dit denkt ... kijk, kijk! daar is 't weer, daar
verschrompelt 't, daar verbleekt 't weer!... Die veronechting, zij is
er, uw twijfel sproot daaruit voort, dat zij als oorza
|