muren te ontvangen, al werd ook door het onthaal dat zij
hun bereidde, de toorn des Sultans opgewekt. Echter trok ook dit onweer
af, en Ragusa werd, als neutrale stad, gekozen voor de uitwisseling
der gevangenen, die Spanjaarden en Turken op elkander hadden gemaakt.
Zoo hield de republiek zich, onder de bescherming der Porte, metterdaad
onafhankelijk, en behartigde met ijver haar handelsbelangen, tot
haar, op den 6den April 1667, een vreeselijke ramp trof. Eene geduchte
aardbeving, in den namiddag gevolgd door een hevigen orkaan, verwoestte
bijna de gansche stad en richtte onnoemelijke schade aan. Slechts
weinige gebouwen waren staande gebleven; de schepen in de haven werden
verbrijzeld; te midden der grenzenlooze verwarring ontstond er brand,
en verschenen benden Morlaken in de vernielde stad, om te plunderen
wat zij konden. Naar men zegt, verloren op dien noodlottigen dag
omstreeks vijfduizend menschen het leven.
Wel werd Ragusa weder opgebouwd, maar nooit kon zij zich van dien
slag herstellen. Bij de welhaast openbaar wordende verzwakking van het
turksche rijk, week ook voor de republiek het gevaar, van hetzij door
haar overmachtigen nabuur te worden verzwolgen, hetzij betrokken te
worden in de oorlogen tusschen Turkije en de andere mogendheden. Maar
haar eigen levenskracht was mede uitgeput; toch hield zij zich nog
staande tot 1806, toen de Franschen in Dalmatie doordrongen en ook
Ragusa bezetten. Bij den vrede van Tilsitt, in 1807, kreeg de republiek
wel hare onafhankelijkheid terug, maar om die reeds in het volgende
jaar, en nu voor goed, te verliezen. In het begin van 1808 verscheen
de maarschalk Marmont te Ragusa, en vaardigde een dekreet uit, waarbij
de republiek werd vernietigd; Marmont ontving den titel van hertog van
Ragusa. In het voorjaar van 1814 werd de stad door de Oostenrijkers en
de Engelschen belegerd; de fransche bezetting moest kapituleeren. Bij
het traktaat van Weenen werd de voormalige republiek bij Dalmatie
ingelijfd, dat tot een kroonland van Oostenrijk werd verklaard.
Ragusa is tegenwoordig de hoofdplaats van een district, en
heeft een eigen gouverneur, die onder de bevelen staat van den
gouverneur-generaal van Dalmatie. De stad telt niet veel meer dan
achtduizend inwoners; in 1808, toen Marmont hier resideerde, zou hare
bevolking nog vijf-en-dertigduizend zielen hebben bedragen. Ik vermoed
echter, dat daaronder ook de bevolking der voorsteden en zelfs van
Gravosa begrepen zal zijn.
|