.
De agent van Lloyd stelde zich met groote welwillendheid tot mijne
beschikking en zeide mij hoe ik het moest aanleggen, om hier zoo
goed mogelijk te leven. Eene goede restauratie, buiten den muur der
stad, aan de kaai gelegen, is de algemeene vereenigingsplaats van
de reizigers, de officieren van het garnizoen en de oostenrijksche
ambtenaren. Toen ik daar aankwam, was het geheele gezelschap onder
den lommer langs de haven vereenigd; en daar de gouverneur-generaal
van Dalmatie, baron Rodich, met de stoomboot van Zara moest
aankomen, was de halve bevolking naar de kaai gestroomd, om hem
te ontvangen. De vrouwen volgen bijna allen de italiaansche mode;
de mannen onderscheiden zich door niets bijzonders. De officieren
en ambtenaren beschouwen het verblijf te Cattaro als een soort van
ballingschap, en zien steeds met verlangen uit naar de aankomst der
stoomboot, die hun tijding van hunne vrienden en verwanten en van de
buitenwereld brengt.
Den volgenden morgen begaf ik mij naar den bazar of de markt der
Montenegrijnen: een open veld, of liever een soort van steenen vallei,
door het water uitgegraven. De bergbewoners komen daar van Njegosch
en Cettinje; zij leggen een weg van zeven of acht uren af, beladen met
zware vrachten, over bergen zoo steil, dan het hart u samenkrimpt bij
het gezicht van die arme, schamel gekleede vrouwen, zwoegende onder
haar zwaren last. De markt levert niet veel op: wat aardappelen,
eenige eieren, eenige magere kippen, en vooral takkebossen--ziedaar
alles. Somwijlen brengen de bergbewoners ook schapen ter markt,
die zij voor zich uitdrijven.
De politie houdt streng toezicht op deze markt, die des dinsdags,
donderdags en zaterdags gehouden wordt, en die dikwijls aanleiding
geeft tot twisten en vechtpartijen tusschen de kooplieden en de
stedelingen. De montenegrijnsche vrouwen mogen in Cattaro komen, maar
van de mannen wordt er, om goede redenen, slechts een bepaald aantal
in de stad toegelaten; ook moeten zij bij de poort hunne wapenen
afgeven. Deze Montenegrijnen, die voor een paar franken eenige
takkebossen komen verkoopen, dragen in hun gordel wapenen van zeer
hoogen prijs, die dikwijls hunne gansche bezitting uitmaken.
De stad Cattaro, op de plaats gebouwd waar tijdens de romeinsche
heerschappij Ascrivium stond, heeft in de lotgevallen van geheel
Dalmatie gedeeld; zij is, in meerdere of mindere mate, onderworpen
geweest aan het gezag der koningen van Servie, van Hongarije, van
Bosnie,
|