en zuiver rechterlijk college werd. Zoo vaak hij heeft gepoogd,
die perken te overschrijden, heeft de Vorst onmiddellijk aan die
aanmatiging een einde gemaakt, door, overeenkomstig het hem bij
de constitutie toegekende recht, den Senaat te ontbinden. Kort voor
mijne komst in Montenegro had dit wederom plaats gegrepen.
Onder Danilo was het voorzitterschap van den Senaat opgedragen
aan Mirko, den vader van den regeerenden Vorst; na zijn dood, werd
deze waardigheid toevertrouwd aan een neef van den Vorst, Bozidar
Petrowitch, die zijne opvoeding in Frankrijk ontvangen heeft, en van
wien wij later nog spreken zullen. De schoonvader van den Vorst, Petar
Stephanow Voukotich, is onder-voorzitter van den Senaat. Men ziet dat
de toegangen tot het gezag wel bewaakt zijn: en sedert de uitvaardiging
van de fameuse turksche constitutie, zijn de Montenegrijnen, in
vergelijking met de Porte, bepaald als reactionnairen te beschouwen!
De montenegrijnsche Senaat telt zestien leden, de voorzitter
en ondervoorzitter daaronder begrepen; het budget van dit
regeeringscollege bedraagt vijftienduizend-negenhonderd francs. De
president geniet een jaarwedde van drieduizend-vijfhonderd francs;
de vice-president van drieduizend; vijf senatoren, die uit de
invloedrijkste bewoners van de hoofdstad gekozen worden, ontvangen
jaarlijks vijftienhonderd francs, en de negen anderen, uit de meest
gegoede bewoners der verschillende provincien gekozen, krijgen
zevenhonderd-vijftig francs. Die jaarwedden zijn niet overdadig,
maar het geheele budget is even nederig, en het is ook meer eene
tegemoetkoming, dan wel eene eigenlijke bezoldiging. De senatoren
hebben geen bijzonder kostuum, maar spreiden toch in hunne kleeding
eene weelde ten toon, overeenstemmende met den hoogen rang, dien
zij bekleeden.
In den eersten tijd vergaderde de Senaat in een soort van loods, nabij
het klooster te Cettinje staande en in twee afdeelingen gesplitst: de
eene afdeeling diende voor paardenstal, de andere was de vergaderzaal
van den Senaat. In den stal bond ieder senator, die van buiten kwam,
eer hij zich naar de vergadering begaf, zijn paard of muilezel aan
een spijker vast; in de vergaderzaal zelve ging het niet minder
huiselijk toe: men zat, al rookende, rondom den vuurhaard, en hing
de geweren in een rek op, maar hield de dolken en pistolen in den
gordel. Duurde de discussie wat lang, dan gebeurde het meermalen,
dat in de zaal zelve een schaap aan het spit gestoken, g
|