g gegroept
langs den zoom van het riviertje en langs de afleidingskanalen. Al
die miniatuurfabriekjes moeten een aardig gezicht opleveren, als het
water hoog is en zich schuimend en ruischend uitstort over de raderen
der molens, die het in beweging zet. Dan gaan de duizenden balken,
die de steenen en het zand moeten breken en fijnmalen, onophoudelijk
op en neder; overal in de vallei is dan leven en beweging. Maar
tijdens ons bezoek had de droogte reeds geruimen tijd aangehouden;
een magere dunne waterstraal kronkelde door de bedding der beek,
niet zonder recht Veres, de Roode, genoemd; slechts nu en dan kon het
water met groote moeite een niet te zwaren balk een weinig optillen.
De jaarlijksche opbrengst aan goud wordt geschat op vierhonderd-vijftig
pond zuiver metaal, eene waarde vertegenwoordigende van ruim anderhalf
millioen francs; maar in gunstige jaren, als de mijnwerkers het
geluk hebben een ader van onvermengd goud aan te treffen, klimt die
opbrengst tot over de tien millioen. Daarbij zou nog gevoegd moeten
worden de hoeveelheid edel metaal, die de arbeiders, ondanks het
strengste toezicht, toch nog altijd weten te ontvreemden. Als zij 's
middags hun boterham eten, kunnen zij, zonder veel moeite, licht een
paar goudkorrels inslikken, in spijt van de argus-oogen der opzichters.
De mijnen van Veres-Patak hebben dan ook volstrekt niet alle belang
verloren: integendeel, in Europa, aan deze zijde van het Oeralgebergte,
zijn zij, voor de exploitatie van edel metaal, nog altijd de
voornaamste. De goudhoudende rots der twee bergen Kirnik en Affinis,
tusschen een groep van trachietkoepels en de zandsteen-formatie der
Karpathen, beslaat eene oppervlakte van bijna vier vierkante mijlen,
terwijl tot dusver nog niemand de diepte gepeild heeft. Deze gansche
rotsmassa bevat goud; niet alleen wordt zij in alle richtingen door
meer of minder rijke aderen doorsneden, maar ook in het gesteente zelve
vindt men het edel metaal in onderscheidene vormen; men heeft hier
klompen zuiver goud gevonden ter zwaarte van acht en negen pond. De
mijnwerkers graven dan ook niet enkel galerijen, om de rijkste aderen
op te sporen, maar zij graven de rots zelve uit, en laten slechts de
noodige pijlers staan, om het instorten van den berg te voorkomen. Een
dezer kunstmatige grotten, de beroemde Katrincza, heeft den vorm van
een onregelmatigen koepel, en eene hoogte van honderd-zes-en-twintig
el, bij eene breedte van ruim acht-en-dertig el. De gid
|