aal de
lichtste deeltjes te verwijderen. Na ongeveer een tien minuten te
zijn bezig geweest, waarbij hij voortdurend den bak zachtjes en
regelmatig liet ronddraaien, begonnen de kleine goudschilfers zich
te vertoonen tusschen de flikkerende kwartzkristallen; allengs
nam het geheele, steeds meer gezuiverde bezinksel een helderen
metaalglans aan, en welhaast bracht de Walachijer, terwijl hij ons
met een zegevierenden blik aanzag, het weinige stofgoud bijeen, dat
op den bodem lag. Volgens zijn zeggen, leverde dit handwerk, naar
gelang van het jaargetijde en van het gunstige toeval, hem tusschen
de tien en veertig gulden per maand op; somwijlen was het gebeurd,
dat hij twaalf gulden in eene week won; maar de gemiddelde opbrengst
van zijn arbeid kon op niet meer worden geschat dan twintig gulden
per maand, dat is omstreeks vijftig francs. Uit inlichtingen, die
mij later werden verstrekt, zou ik opmaken, dat de gemiddelde winst
der goudwasschers nog minder bedraagt.
De groote smeltoven der hongaarsche regeering ligt zeer gunstig, aan
het vereenigingspunt van de vallei van de Abrud en het dal, waardoor
de beroemde transylvaansche Pactolus, de Veres-Patak, stroomt. Dit
etablissement onderscheidt zich in alle opzichten zeer gunstig van de
armoedige hut van Offenbanya. Het is een splinternieuw gebouw, midden
in de vlakte geplaatst, en meer dan honderd-vijftig el lang. Hier
vindt men de nieuwste werktuigen, ingericht volgens de allerbeste
methode. De directeur der fabriek, zelf een man van groote kennis,
toonde ons met een zeker welgevallen de kunstige werktuigen, waarmede
hij zelfs het laatste gouddeeltje uit den steen te voorschijn wist
te halen. Maar tot welken prijs worden die, uit een wetenschappelijk
oogpunt zoo belangrijke, resultaten verkregen? Dat is eene vraag,
waarop de hongaarsche minister van financien, als hij in zijne ledige
schatkist staart, misschien het beste antwoord kan geven. Naar hetgeen
men ons hier vertelt te oordeelen, zouden de tweeduizend tonnen erts,
die jaarlijks in de groote smelterij van Veres-Patak bewerkt worden,
aan het gouvernement nog niet zoo veel opbrengen als het handjevol
stofgoud in den bak van den armen walachijschen delver.
Vlak bij de fabriek begint de onafzienbare reeks van hutten, huizen
en gebouwen van allerlei aard, die te zamen de stad Veres-Patak, of
Opidu di Rocia, zoo als de Rumeenen haar noemen, vormen. De benedenste
voorstad bestaat slechts uit kleine molens, schilderachti
|