ngenamen indruk: de stad ziet er uit als een militair kamp,
voor korten tijd daar opgeslagen en dat eerlang weer verdwijnen
zal. Gelukkig troost u de schoonheid der omringende natuur van de
afzichtelijke wijken en straten van het vervelende Livadzel en het
onuitstaanbare Petroseny. De vlakte, waardoor zich de onstuimige Sil
kronkelt, is eene aaneenschakeling van groene weiden en lommerrijke
boomgaarden; bevallige bergen, gedeeltelijk met bosch begroeid,
nu eens uitloopende in pyramiden, dan zich tot koepels welvende,
omlijsten de vlakte met hun schilderachtige hellingen; ten oosten
verheffen de toppen van den Paring zich met zachte glooiing tot eene
hoogte van ruim tweeduizend-vierhonderd el. Achter den eersten top
vertoont zich een tweede, daarachter een derde, en nog verder een
vierde, in paarskleurige tinten gehuld. De laatste is de voornaamste
kruin, een kale rotskegel, die zich eenige honderden ellen boven de
streek der beuken en dennen verheft.
Eene straat slechts onderscheidt zich, maar niet tot haar voordeel,
van al de andere. Dit is eene bochtige en onregelmatige straat, omzoomd
door de smerige huizen der joodsche handelaars en herbergiers, die
zich, als roofvogels, op eene hoogte gevestigd hebben, van waar zij de
stad kunnen overzien en de nadering van vreemdelingen en kooplustigen
van verre gewaar worden. Hier ziet ge niets dan stof en slijk,
mesthoopen en onreinheid, en niet zonder een gevoel van walging kunt
ge het terugstootende verblijf van dit volk betreden. Het was reeds
donker toen wij hier aankwamen, geleid door een joodschen herbergier,
die zich met listig geweld van onze personen had meester gemaakt;
en het kostte ons veel moeite, de herberg te bereiken, zonder door
de vuile, stinkende plassen van stilstaand water te moeten waden. De
onaangename indruk, dien de onreinheid van die echte Jodenbuurt
op ons maakte, werd nog verhoogd, toen wij, dwars door den modder,
een lange stoet werklieden zagen naderen, met toortsen in de hand,
waarvan de flikkerende, walmende vlammen haar rossig licht wierpen
op een doodkist. Dat was de cholera, die wederom een nieuw offer,
het vijftiende op dien dag, had geveld! Ondanks hare ligging in een
bergvallei, op eene gemiddelde hoogte van minstens zeshonderd el,
werd Petroseny dus even goed door deze plaag geteisterd als de steden
in de vlakte. Om hieromtrent zekerheid te verkrijgen, richtten wij
eenige vragen tot onzen kastelein. "O ja, zeide hij, het hoofd in
den nek
|