vier albaneesche
pistolen met zilveren kolven, een prachtige yatagan (dolk), een
moderne revolver en een geweer hangen. Aan de andere zijde van de
tafel, in den hoek tegenover het bed, schitteren in de schaduw de
gedreven zilveren glorien der heiligen beelden, waarvoor eene kleine
lamp brandt. In een anderen hoek van het vertrek, staat een dier
groote, ruw beschilderde koffers, die tevens tot tafel en tot bank
kunnen dienen, en die ge bijna in alle oostersche woningen aantreft:
in dien koffer worden de kleederen, de juweelen, de kostbaarheden,
al de have der familie, geborgen. Tusschen de twee bedden staat een
minder sierlijk beschilderde koffer, waarboven eenige kleedingstukken
zijn opgehangen. Het geheel vertoont den stempel van ernstigen eenvoud
en betamelijkheid; er ligt over dit ruime, sober gemeubelde vertrek
een zeker waas van patriarchale waardigheid verspreid. Hier woont en
leeft de huisvader, het eerbiedwaardig hoofd des gezins, ook al is hij
woiwode en senator; hier is zijn tehuis, zijn burcht; daar rusten de
zijnen onder zijn waakzaam oog; daar zijn zijne schitterende, rijke
wapenen, zijn prachtige gordel; daar ontvangt hij zijne gasten en
brengt hun den beker toe; en in gindschen hoek, in de schemering,
noode door het flikkerend en walmend lampje verlicht, hangt de
montenegrijnsche Panagia.
Het geheele gezin komt nu bijeen: de vrouw, ernstig en droefgeestig van
voorkomen, even als alle servische moeders, oud voor haar tijd, en wie
het moeite schijnt te kosten te glimlachen; de dochter, beschroomd,
teruggetrokken, maar bevallig; de zoons, wilde knapen, die blijkbaar
den baas spelen en met den vader stoeien. Mijnheer Radamanovich groet
allen met dezelfde hartelijkheid; de vrouwen komen ons eerbiedig,
met gebogen knie, de hand kussen. De vader neemt aan deze begroetingen
geen deel; ernstig, deftig, schijnt hij ter nauwernood op te merken wat
er geschiedt; hij spreekt enkele woorden, en allen gaan heen om den
maaltijd te bereiden. Weldra is de tafel gedekt; het ontbijt bestaat
uit een gebraden schaap, dat met een kandjar in vier stukken gesneden
wordt; de wijn is goed: het is de gewone roode wijn van de dalmatische
kust, die een weinig troebel is, maar waarmede de reiziger zich spoedig
verzoent. Wij zijn alleen met ons drieen mannen aan tafel gezeten, de
vrouwen bedienen ons staande of houden zich eerbiedig op een afstand.
Wij moeten al spoedig afscheid nemen; wij hebben nog een langen weg af
te leggen, en
|