ngen
getroffen geworden door het zien van een billart, dat in een der
vertrekken van den Vorst was geplaatst, en wel in de kamer, waar hij
vreemde bezoekers ontving en ook de raad vergaderde. Dit meubelstuk
was uit elkander genomen, en bij gedeelten, door vijftig man, van
Cattaro, over de bergen, naar Cettinje gebracht: geen wonder, dat de
herinnering aan zulk een feit lang in het geheugen bleef gegrift. Voor
Danilo--toen de Vorsten van Montenegro tevens bisschoppen waren en dus
het wereldlijk en geestelijk gezag in hun persoon vereenigden;--hadden
zij geen ander paleis dan het klooster; maar Peter II, de laatste
Vladika (bisschop), een in vele opzichten merkwaardig man, die veel
gereisd had en in ontwikkeling zijn volk ver vooruit was, had reeds
het klooster verlaten en de grondslagen gelegd van het Bigliardo,
dat ongetwijfeld nog heden tot vorstelijke residentie zou dienen,
indien niet Vorst Danilo, de laatste bewoner, op zoo treurige wijs
om het leven was gekomen.
Om ons te bedienen, wordt ons een Montenegrijn toegevoegd, een
bescheiden, ordentelijke man, die er zeer fatsoenlijk uitziet en
zijne functien naar behooren waarneemt; hij behoort tot het hofgezin
van den Vorst en draagt een zwarte liverei, die, wat de snede der
kleedingstukken aangaat, met het gewone nationale kostuum overeenkomt.
Wij beginnen met eene wandeling te doen door het gebouw, waarin wij
onzen intrek genomen hebben. Het hoofdgebouw staat tusschen twee
binnenplaatsen, waarvan de eene op de straat uitkomt, waarin het
paleis staat en die naar het klooster voert; op de andere binnenplaats
bevinden zich de stallen van den Vorst. De eerste, ommuurde plaats is
aan de hoeken voorzien van kleine torens, die tot verdediging kunnen
dienen en aan het geheel een zeker karakter geven. De lange smalle
gang, waarop de kamers uitkomen, is van afstand tot afstand met zware,
massieve deuren afgesloten; breede trappen voeren naar beneden. Aan
het eind van den gang, is, onder de regeering van Vorst Danilo,
aan het paleis een vleugel bijgebouwd, waarin zich de vergaderzaal
van den Senaat bevindt. Het overige van het gebouw wordt deels voor
bergplaats, deels voor het verrichten van allerlei werkzaamheden
gebruikt; uit een der benedenvertrekken, dat voor school schijnt
te dienen, zie ik kinderen komen. Vreemdelingen van zekeren rang
en zij, die met eene of andere diplomatieke zending zijn belast,
worden door den Vorst uitgenoodigd, hier hun intrek te nemen; zijn
li
|