FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   428   429   430   431   432   433   434   435   436   437   438   439   440   441   442   443   444   445   446   447   448   449   450   451   452  
453   454   455   456   457   458   459   460   461   462   463   464   465   466   467   468   469   470   471   472   473   474   475   476   477   >>   >|  
n, hebben onze paarden, die niet buitengewoon vlug of sterk zijn, ongeveer drie uren noodig. Onze weg voert door smalle, steile passen, schier als kleine tunnels in de rotsen uitgehouwen. Ter linkerzijde daalt de bergwand naar beneden; wij rijden langs een ravijn, waarin wij, diep beneden ons, nog eenige boeren bespeuren, die den grond bewerken; verder heerschen hier volstrekte eenzaamheid en stilte. In het eerste uur vooral was onze rit uiterst bezwaarlijk: voortdurend rolden de losse steenen onder ons weg, en onze paarden struikelden en gleden uit, alsof zij tegen een gletscher opklauterden. Als wij eindelijk uit dit woeste doolhof geraken en de horizon zich verbreedt, zien wij rechts en links en voor ons uit niets dan kleine scherpe spitsen en naalden, die elkander mijlen ver onafgebroken opvolgen, en die alle reizigers, welke Montenegro bezochten, hebben vergeleken bij de plotseling versteende golven van eene onstuimige zee. Het beeld is volkomen juist: ik zou geen beter weten om den indruk dezer zonderlinge natuur weer te geven. Een gevoel van moedeloosheid grijpt u aan, en sombere, weemoedige aandoeningen overmeesteren u, te midden van deze akelig doodsche omgeving; hier geen blauwe horizon meer, als in de dorre velden van Dalmatie; geen prachtige berglandschappen, als in de Alpen en Pyreneen; hier geen levend wezen, boom noch plant; hier niets dan grauwe naakte bergen, afgewisseld door even kale heuvelen; de menschen verplicht saam te scholen in eene armzalige vlakte, die zij in het zweet huns aanschijns een mageren oogst afdwingen, en die toch nog een uitverkoren paradijs, een gezegend Eden schijnt, te midden van dezen akeligen oceaan van steen. Ondanks de nieuwheid en het zonderlinge van het landschap, valt de weg toch ieder lang, die niet weet welke verrassing hem aan het einde wacht. Nu eens moeten wij ons aan den zadelknop vasthouden, om niet achterover van het paard te vallen; dan weder worden wij voorover geworpen en moeten haastig de manen grijpen, om niet over den kop heen te buitelen. Wij komen langs de fontein van Danilo, op last van den Vorst aangelegd, als een halte voor de reizigers; omstreeks vier uur hebben wij eindelijk de grens bereikt van dezen verbijsterenden rotsenbaaierd, waarvan geene beschrijving eenig denkbeeld geven kan, en die u werkelijk de beteekenis duidelijk maakt van het zeggen der Montenegrijnen, dat toen God de wereld schiep, de zak, waarin Hij de bergen bewaarde, juist boven hun
PREV.   NEXT  
|<   428   429   430   431   432   433   434   435   436   437   438   439   440   441   442   443   444   445   446   447   448   449   450   451   452  
453   454   455   456   457   458   459   460   461   462   463   464   465   466   467   468   469   470   471   472   473   474   475   476   477   >>   >|  



Top keywords:

hebben

 

waarin

 

moeten

 
paarden
 

zonderlinge

 
bergen
 

reizigers

 
beneden
 

kleine

 
horizon

eindelijk

 
midden
 
afdwingen
 
mageren
 

bewaarde

 
paradijs
 

uitverkoren

 

schijnt

 

Ondanks

 
nieuwheid

landschap

 

oceaan

 
aanschijns
 

akeligen

 

gezegend

 

verplicht

 

levend

 

Pyreneen

 

Dalmatie

 

velden


prachtige

 

berglandschappen

 

grauwe

 
naakte
 

scholen

 

armzalige

 
vlakte
 

afgewisseld

 
heuvelen
 

menschen


omstreeks

 
bereikt
 

aangelegd

 
wereld
 

Danilo

 

verbijsterenden

 
werkelijk
 

beteekenis

 

duidelijk

 

denkbeeld