g worden aangebracht: wij waren verplicht om ons vast te
houden aan de overhangende rots, waarin men den weg heeft uitgehouwen,
die letterlijk boven den afgrond zweeft.
Om van het punt waar de Scala eindigt, dat wil zeggen van de
oostenrijksche grens, het berg-plateau te bereiken, heeft men
omstreeks een half uur noodig: van daar overziet men eene fraaie,
hoewel tamelijk steenachtige vlakte, waarin het dorp Njegosch ligt. Dit
gedeelte van den weg is een der lastigste en bezwaarlijkste, een
soort van ongenaakbare kloof, die voor eene ongeevenaarde natuurlijke
verdediging mag gelden. De pas wordt gevormd door de hellingen
der bergen Bucovizza en Glavizza; de wateren van het riviertje
de Ricovjernovitch hebben waarschijnlijk dezen smallen en diepen
doorgang uitgehold: nog ziet men, diep op den bodem der kloof, een
magere waterstraal. Hier ligt het dorp Verba; onze paarden lesschen
hun dorst aan eene kristalheldere bron; gemeenlijk wordt hier halt
gehouden; maar de heer Radamanovich zegt, dat wij te Njegosch gewacht
worden, ten huize van een senator, die er eene eere in stelt ons te
ontvangen. Na een half uur lang tusschen de van alle zijden loodrecht
opstijgende rotsen te zijn voortgereden, komen wij eindelijk op de
hoogvlakte, die wij tot dusver niet hadden kunnen zien. Op een halve
mijl afstands ongeveer, ligt Njegosch, in eene schier ronde vlakte,
door scherpgetande bergen omringd.
Onderweg zijn wij telkens groepen van montenegrijnsche vrouwen
tegengekomen, die naar de markt te Cattaro gaan; zij komen van
Njegosch, van Baitz, van Cettinje en van enkele dorpen, tusschen
de rotsen verspreid. Onder haar zware vrachten gebogen, gaan zij
langzaam voort; somwijlen voeren zij een kleinen ezel, met groenten
beladen, mede. Zelden vindt ge mannen bij die groepen: meestal gaan die
alleen, met de hand op de heup rustende, en de wapenen in den gordel
gestoken. De arme vrouwen praten onder het loopen, breien kousen
of spinnen; hoewel haast door midden gebogen onder den zwaren last
takkebossen, komt toch bijwijlen een flauwe glimlach deze doorgaans zoo
ernstige, droefgeestige aangezichten verhelderen. Met onuitsprekelijke
verbazing zien wij, hoe deze vrouwen, in plaats van de slingeringen
van den weg te volgen, recht voor zich uit gaan, en met nooit missende
zekerheid hare voeten zetten op uitstekende rotspunten, die wij ter
nauwernood kunnen bespeuren; zij volgen dus een soort van onzichtbaren
weg, dien zij alleen kennen, maar wa
|