tot zij eindelijk in de macht kwam van Venetie, dat ondanks
herhaalde pogingen van de Turken om zich van dit punt meester te maken,
Cattaro behield tot aan den ondergang der republiek. In 1806, toen
Dalmatie aan Frankrijk werd afgestaan, maakten de Russen zich meester
van Cattaro, dat zij evenwel bij den vrede van Tilsitt weder moesten
overgeven. In 1813 werd de stad door de Engelschen, onder Sir William
Hoste, aangevallen; zij gingen aan land en richtten, voor de oogen
van den generaal Gauthier, die het onmogelijk achtte geschut tegen
den berg op te voeren, batterijen op, boven de citadel, op de toppen
der rotsen. Na een beleg van tien dagen moest de stad zich overgeven;
het geheele fransche garnizoen werd gevangen genomen. Ten gevolge van
oneenigheden met de Oostenrijkers ontruimden de Engelschen Cattaro,
dat in handen viel van den Vladika van Montenegro, toen niet minder dan
nu begeerig uitziende naar een haven aan zee. Den 14den Juni 1814 moest
hij de stad aan Oostenrijk afstaan, dat haar tot heden behouden heeft.
De Bocchesi of bewoners der Bocca onderscheiden zich van al de bewoners
van Dalmatie door zekere eigenaardigheden; te Zara zal men u, onder
eene menigte volks, zonder aarzelen iemand aanwijzen en zeggen: dat is
een Bocchese. Zij zijn er in geslaagd, van hun land, dat niet meer is
dan eene smalle strook tusschen de rotsen en de zee, een der rijkste
distrikten van Dalmatie te maken, dank zij hun ijver, hun lust voor
handel en scheepvaart, hun overleg en spaarzaamheid. Zij zijn allen
Slaven, ook de kustbewoners, die elders in Istrie en Dalmatie schier
zonder uitzondering van italiaanschen oorsprong zijn. Het juiste cijfer
der bevolking van de Bocca is mij onbekend; voor twintig jaar bedroeg
dit tusschen de vijftien- en twintigduizend zielen; daarvan behoorden
er ruim elfduizend tot de grieksche en de anderen tot de roomsche Kerk.
De Bocchese is van beroep, ik zou zeggen van nature, zeeman; hij is
ondernemend, moedig, van een zeer sterk gestel; het ras zelf is van
opmerkelijke schoonheid. Zeehandel is zijn voornaamste middel van
bestaan; vooral met Venetie, Triest en de Zwarte-zee wordt een zeer
levendige handel gedreven. Als de Bocchesi volstrekt geen middelen van
zich zelven hebben, verhuren zij zich als matrozen bij een reeder of
gezagvoerder; anders rusten zij voor eigen rekening een klein vaartuig
uit en bezoeken daarmede de naburige havens langs de kust. De zee is
het groote arbeidsveld der Bocchesi:
|