elijk voorwaarts naar het eenmaal,
met volle bewustheid, met historische noodzakelijkheid gekozen, en
nimmer uit het oog verloren doel. En indien eindelijk de vrucht van
al dit streven Rusland in den schoot valt; indien het eens verkrijgt
wat het in het algemeen belang van Europa niet mag verkrijgen--aan
wie zal dan de schuld zijn? Is het niet aan hen, die door tijdige
en doeltreffende samenwerking het najagen van louter zelfzuchtige
bedoelingen hadden kunnen verijdelen en eene voor allen bevredigende
oplossing mogelijk maken; maar die, in laffe vreesachtigheid of
kleingeestige jaloezie, er de voorkeur aan hebben gegeven, zich te
onttrekken aan den onafwijsbaren plicht, hun door de geschiedenis op
de schouders gelegd, en voorts hunne hoogste wijsheid hebben gezocht
in het altijd maar op nieuw verschuiven van het ontzaglijk probleem,
dat, eenmaal gesteld, zich niet meer verwijderen laat en waarvan de
oplossing, door ieder uitstel, moeilijker wordt?
Doch het ligt niet in mijne bedoeling, te dezer plaatse over de
oostersche kwestie uit te weiden; al is de verzoeking groot om,
zoo mogelijk, althans eene poging te doen tot het juist stellen
van het probleem, dat, meer of minder opzettelijk, door onwil of
onverstand, telkens zoo zeer verward en verduisterd wordt. Beschouw
de voorafgaande opmerkingen louter als eene toelichting tot de
keuze van het reisverhaal, dat straks volgen zal. Wij voeren onze
lezers naar Montenegro, en wel aan de hand van dienzelfden gids,
den heer Charles Yriarte, met wien wij zoo even Dalmatie tot aan
zijne uiterste grenzen hebben doorkruist. Dit reisverhaal sluit zich
dus onmiddellijk aan het voorafgaande aan: wij trekken rechtstreeks
van Cattaro naar Montenegro. En dat wij juist nu daarheen gaan,
behoeft, in verband met het zoo even in het midden gebrachte, wel
geene nadere rechtvaardiging. Immers ook Montenegro behoort tot het
tooneel des oorlogs; ook daar wordt de groote strijd gestreden; het
onverwonnen heldenvolk, dat eeuwenlang de worsteling tegen de turksche
overmacht heeft volgehouden, is ook nu op de roepstem ten strijde niet
achtergebleven. God zegene zijne wapenen! Al ware het alleen daarom,
verdient dit kleine land thans dubbel onze aandacht en belangstelling,
waarop het, om zijn verleden, ten allen tijde aanspraak heeft. Volgen
wij dus nogmaals den heer Yriarte, dien wij te Cattaro achterlieten
[21].
I.
Een uitstapje naar Montenegro moest de bekroning zijn van onzen
tocht langs
|