e onzekerheid en vernederende weifelingen en
radeloos rondtasten in den duister, moet worden begroet. Voor zulk een
toestand staan wij ook hier. Jaren-, ja eeuwenlang heeft het ontwikkeld
Europa zijn heiligen plicht tegenover de christelijke bevolkingen van
het Balkan-schiereiland, schandelijk verzuimd; het heeft toegelaten dat
eene mohammedaansche Tartarenhorde de schoonste en oudste erflanden der
westersche beschaving in bezit nam en moedwillig ten verderve doemde;
het heeft die schande laten voortbestaan, ook toen het voor ieder
duidelijk was geworden, dat de turksche heerschappij veroordeeld was;
toen de ruwe macht tot verderven, zich niet meer naar buiten kunnende
keeren, toch nog steeds met de oude felheid bleef woeden tegen de
weerlooze Christenbevolkingen, zuchtende onder het smadelijkst juk;
toen in 't eind de logge massa van het doode Turkendom loodzwaar
bleef wegen op de schouders van het nieuw ontwakende, worstelende
leven der zoo lang vertrapte en mishandelde grieksche on slavische
stammen. Voorwaar, aan dien toestand moet een einde komen; en onze
volle sympathie is verpand aan die groote mogendheid, die, alleen
werkelijk wetende wat zij wil, getoond heeft den eisch des tijds te
begrijpen, die nu eindelijk het zwaard heeft getrokken tot bevrijding
der Christenen, tot het voorbereiden en mogelijk maken althans van
eene betere toekomst. Zeker willen wij daarmede niet beweeren, dat
ook Rusland, nevens eene grootsche, rechtvaardige, luid uitgesproken
gedachte, geen zelfzuchtige nevenbedoelingen zou kunnen hebben:--aan
wie der andere machten van het zoo jammerlijk uiteengescheurde Europa
komt echter het recht toe, op dien grond vonnis te vellen? Aan Engeland
misschien, welks staatkunde door het meest cynieke eigenbelang,
door het onbeschaamdste en onedelste egoisme, dat van den gierigen
gouddorst, gedreven en bezield wordt; dat zich zelven alles geoorloofd
rekent, maar niemand vergunt zijn voorbeeld te volgen? Doch dit staat
vast: van alle europeesche mogendheden plaatst Rusland alleen zich,
ten aanzien der oostersche kwestie, op de historische lijn; weigert
Rusland alleen logens en huichelachtigen schijn voor waarheid aan
te nemen; begrijpt Rusland alleen wat de roeping, de plicht en dus
het recht van het beschaafd Europa tegenover Turkije is; handelt
Rusland alleen overeenkomstig dien plicht. Daarom ook brengt het,
telkens de europeesche diplomatie waar zij eigenlijk niet wezen
wil; daarom schrijdt het onophoud
|