de edelen zijn zeer naijverig op hunne voorrechten
en hechten zeer aan het prestige van hun stand. In 1790 bericht de
consul-generaal van Frankrijk, dat sedert honderd jaren geen brieven
van adeldom waren verleend geworden.
Ten slotte vermelden wij nog, dat de burgerlijke rechtspleging,
behalve aan de genoemde regeeringscollegien, was opgedragen aan een
rechtbank van vier leden: de consuls der burgerlijke zaken. Het
beheer der schatkist was toevertrouwd aan drie administrateurs,
de tresoriers van Santa-Martha, uit de senatoren gekozen. Verder
bestond er ook nog een soort van rekenkamer, de raad of commissie
delle cinque Ragioni genoemd.
Deze staatsregeling is, zonder ingrijpende veranderingen en ook zonder
inwendige beroeringen van ernstigen aard, omstreeks tien eeuwen
van kracht gebleven. Voor ons, die gewoon zijn dat sommige volken
hun grondwet en hun regeeringsvorm zoowat om de tien of twintig jaar
veranderen, en voor wie de normale toestand deze is, dat de regeering
beschouwd wordt als eene prooi, om welker bezit eenige eerzuchtigen,
voor wie het algemeene welzijn wel de allerlaatste zaak is waarom
zij zich bekommeren, met elkander worstelen;--voor ons klinkt,
in dezen tijd van gedurige spanning en onrust, deze historische
getuigenis welhaast als een sprookje. Ongetwijfeld had Ragusa, even
als Venetie, deze zeldzame vastheid en stabiliteit--te merkwaardiger
in dit geval omdat de republiek naar buiten zoo weinig macht kon
ontwikkelen, en voortdurend door elkander bekampende vijanden omringd
was--in de allereerste plaats te danken aan het streng aristokratisch
karakter harer constitutie. De vaderlandsliefde, de strenge tucht, de
voorzichtigheid, de gematigdheid en het zeldzame beleid, waarvan de
regeerende klasse van Ragusa zoo doorslaande bewijzen gegeven heeft
en waardoor dit miniatuurstaatje het hoofd heeft kunnen bieden aan
machtige potentaten, verdienen de hoogste bewondering; maar deze
deugden zijn juist het tegenovergestelde van de eigenschappen,
waardoor de demokratie zich overal en te allen tijde hoeft gekenmerkt.
Bij het nasnuffelen van de archieven en oude staats-papieren werd
mijne aandacht ook getrokken door sommige bepalingen en regelen op
het stuk van kleeding, levenswijze, enz., die mij toeschijnen niet
zonder belang te zijn.
In April 1763 werden door den raad der Pregati (den Senaat) eenige
leden aangewezen, om maatregelen te beramen ter beteugeling der
weelde, ten einde de onnoodige en overt
|