neder te leggen, voor de gevloekte tyran
van der vaderen erfgrond zal verdreven zijn.
Van ganscher harte zij hun de overwinning toegewenscht!
Deze zoo beroemde servische zangen, die tegenwoordig eene eigene
letterkunde vormen, waren voor omstreeks veertig jaar, buiten de
slavische landen bijna geheel onbekend. In Frankrijk werden zij voor
het eerst bekend gemaakt door Merimee, die beweerde deze liederen,
op een reis door Dalmatie, te hebben opgeschreven uit den mond van
een ouden guzlar. Hij gaf eene gansche verzameling daarvan uit, onder
den titel van La Guzla, die in Frankrijk grooten opgang maakte; het
duurde niet lang, of de zoogenoemde servische volksliederen kwamen in
de mode. Eenige jaren later bekende de heer Merimee, in de voorrede
voor eene nieuwe uitgave, dat hij, in overleg met zijn geleerden vriend
Ampere, die zangen zelf gemaakt had, en dat zij hoogstens geacht konden
worden nabootsingen te zijn van oorspronkelijke liederen, waarvan hij
den tekst onder de oogen gehad had. Hij voegde daarbij, dat hij, zeer
gaarne een reis naar Dalmatie wenschende te doen, maar niet over de
vereischte middelen kunnende beschikken, begonnen was met zijn boek te
schrijven, en voor het geld, dat hij daarmede verdiend had, later naar
Dalmatie was gegaan om te onderzoeken of het boek juist en getrouw was.
De echte servische zangen hebben ongetwijfeld een zeer sterk sprekend
karakter, zoodat het een dichter, die zin heeft voor lokale kleur
en zich eenige studie getroosten wil, niet zoo bijster moeilijk kan
vallen, ze na te volgen. Maar Vouk Stephanovitch Karadjitch is toch
de eerste, die een juist en nauwkeurig denkbeeld van deze zangen
gegeven heeft in zijn boek: Servische Volksliederen, Spreekwoorden
en Verhalen. Herder is misschien de eerste geweest, die ze in
westelijk Europa heeft bekend gemaakt; ook Goethe heeft een enkel
dezer liederen in het duitsch vertaald. In 1823 gaf een Servier, die
zijn naam niet heeft bekend gemaakt, te Leipzig een verzameling van
servische volksliederen uit, onder den titel Narodne Serbske pesme;
maar aangezien de servische taal zeer weinig bekend is, werden deze
zangen eerst opgemerkt en gewaardeerd, nadat Mrs. Robinson, onder den
pseudoniem Talvi, daarvan een duitsche vertaling bezorgd had. In 1836
gaf de italiaansche dichter Tommaseo--van Dalmatie geboortig--zijne
Canti popolari uit, waaronder hij eene ruime plaats toekende aan de
"illyrische zangen."
Nu was het ijs gebroken, en in Frank
|