Voorbij Castel-Nuovo verheffen zich langs den zoom dezer
schilderachtige waterkommen een aantal dorpjes, weerspiegelende in de
diepe wateren. Op schier iederen heuvel prijkt een kapel of een kerkje
met klokketoren: ge zoudt meenen, op een der italiaansche meren,
op het Lago di Como of het Lago Maggiore, te varen. Toch bevindt
ge u nog altijd op de zee; maar ge verliest de wederzijdsche oevers
niet uit het oog; ge vaart op prachtige meren, aan alle zijden door
hemelhooge bergen omlijst; door eene opeenvolging van wonderschoone
baaien, breed en diep genoeg om eene veilige ligplaats te bieden voor
de vereenigde vloten der gansche wereld.
Aan gene zijde dezer bergen ligt Turkije: links hebben wij Trebinje,
rechts Grahovo en Montenegro. Eer wij Castel-Nuovo bereikten, zijn wij
reeds den turkschen oever bij Suttorina voorbij gevaren: deze strook
gronds ten zuiden had de republiek van Ragusa, met een soortgelijke
strook ten noorden, aan de Porte afgestaan. Zij was alzoo aan de
landzijde geheel door de turksche bezittingen afgesloten van alle
aanraking met de heerschzuchtige republiek van Sint-Marcus.
Wij varen door de engten van Curbilla, Combur en Santa-Dominica;
nu komen wij in de grootste en regelmatigste kom, die bijna de
gedaante van een circus heeft. Wij verlaten deze baai weder door een
zoo smal kanaal, dat het op de kaarten te nauwernood zichtbaar is;
het schijnt of de beide landtongen elkander zoo dicht naderen dat
zij geen doorgang openlaten: dat zijn de Cattene, de Kettingen,
waar de zeearm slechts een kilometer breed is.
Zoodra ge deze engte zijt doorgevaren, verandert de natuur van
karakter, en wordt minder bekoorlijk: het is reeds niet meer het
vruchtbare, weelderige landschap van Castel-Nuovo. Ter rechterzijde
heeft men Stolivo, met zijn nog boschrijke hoogten en zijn tusschen
het lommer verscholen kerken. Perasto ligt bijna vlak tegenover de
Kettingen, dicht aan den oever, op een landpunt, welke deze baai
van de laatste en zesde, die van Cattaro, scheidt. In deze baai
van Perasto, vlak aan den uitgang der Cattene, liggen twee kleine,
lage eilandjes, het eilandje Sint-George en dat der Madonna van het
Skapulier. Op het eerste eilandje staat een grieksch klooster; op het
andere eene katholieke kapel, aan Onze-Lieve-Vrouwe gewijd en door
den ganschen omtrek beroemd. Deze kapel bevat namelijk eene schilderij
van de Madonna, in byzantijnschen stijl, waarvan de vervaardiging aan
niemand minder dan aan den ev
|