ie zijner
deelen zoo uitnemend schoone tempel maakte vroeger, toen hij eenzaam
en verlaten daar stond, een grootschen, aangrijpenden indruk. Nu
heeft hij bijna alle bekoorlijkheid, alle poezie verloren.
Naar het scheen, moest althans de Akropolis, door haar ligging zelve,
voor dergelijke schennis beveiligd zijn; maar zij, die bovenal
geroepen zijn haar te eerbiedigen, aan wie de zorg voor haar behoud
is toevertrouwd, gaan dagelijks voort met haar te bederven en van
haar eigenaardige schoonheid te berooven. Al de aarde en het puin
namelijk, uit de opdelvingen rondom het Parthenon afkomstig, wordt
eenvoudig over den rand der muren weggegooid. Het gevolg daarvan is
natuurlijk, vooreerst dat de muren worden beschadigd, maar vooral--en
dit is nog erger--dat er langzamerhand rondom de rots groote aardhoopen
gevormd worden, die haar eigenlijke gestalte misvormen en onzichtbaar
maken. Deze wonderschoone piedestal, met zijn kantige, sobere en
scherp geteekende lijnen, die de bewondering opwekte van allen, die
Athene bezochten, zal, als men zoo voortgaat, na verloop van eenige
jaren, in een wanstaltigen aardheuvel herschapen zijn. De portieken
van Eumenes, die men zoo gemakkelijk had kunnen ontblooten, zullen
verdwijnen en onder dit opgestapeld puin verbrijzeld worden. Een
weinigje kunstzin zou toch, naar het schijnt, voldoende zijn geweest
ons van deze barbaarsche handelwijze terug te houden.
Eerst als ge u op de Akropolis zelve bevindt, en u nederzet aan
den voet der Propylaeen of van het Parthenon, gevoelt ge de oude
helleensche wereld, in al haar ongeevenaarde schoonheid, in al haar
soberen en zinrijken rijkdom, weer rondom u verrijzen.
Op dien naakten, rossigen rotsburcht, waar het gerucht der bezige stad
verstomt, waar ge niets hoort dan de scherpe kreten der roofvogels
hoog in de lucht, waar ge niets ziet dan den stralenden gloeienden
hemel en de violetkleurige toppen van den Hymettos en den Pentelikon;
tegenover die zwijgende marmeren kolommen, die uit den grond schijnen
op te rijzen, te midden van die diepe stilte en volstrekte eenzaamheid,
gevoelt ge u zelven geheel vermeesterd en doordrongen van een groote,
rustige kalmte. Al die wanklanken, die u ontstemd en geergerd hebben,
zijn verdwenen en hebben zich opgelost in verhevene harmonie. De
ruinen, die ge hier om u ziet, zijn het werk der barbaarschheid en niet
van den wansmaak. De soldaten van den aga Yoesoef beseften niets van
de waarde dezer muren, die zij aan
|