FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   370   371   372   373   374   375   376   377   378   379   380   381   382   383   384   385   386   387   388   389   390   391   392   393   394  
395   396   397   398   399   400   401   402   403   404   405   406   407   408   409   410   411   412   413   414   415   416   417   418   419   >>   >|  
den de oude tempels voor de christelijke eeredienst ingericht, en de gelden en inkomsten, oorspronkelijk voor de dienst der goden en godinnen bestemd, werden nu aangewezen tot onderhoud der geestelijkheid. Maar het oude heidendom wreekte zich, door den verderfelijken invloed, dien het al spoedig op de oostersche Kerk uitoefende. De atheensche prelaten begaven zich ter kerk, gezeten op witte paarden en omstuwd door prachtig uitgedoste geestelijken; de archonten verschenen te paard in het heiligdom, en de atheensche dames lieten zich, onder het geleide van eunuken, in haar draagstoel derwaarts voeren, om de jonge geestelijken, die het best gezongen hadden, toe te juichen. Nog schadelijker werkten het doode formalisme, het ziellooze ceremonieel, het strakke en spitsvindige orthodoxisme, die welhaast het geestelijk leven uitdoofden, en de eenmaal zoo krachtige en bloeiende oostersche Kerk rijp maakten voor den diepen val, waaruit zij zich sedert nooit meer heeft kunnen opheffen. Intusschen worden nu kerken in menigte gebouwd, en voor het meerendeel van zeer kleine afmetingen. Zij zijn doorgaans van minder omvang dan onze gewone dorpskerken, maar zij vertoonen een eigenaardig karakter en verdienen de belangstelling als scheppingen eener geheel bijzondere, ons schier onbekende kunst. Men kan deze kerken in drie kathegorien splitsen, die tevens drie tijdperken vertegenwoordigen. Het eerste tijdperk, dat van de derde tot de vijfde eeuw reikt, heeft bijna geen sporen meer achtergelaten; de eerste onderzoekers, die na de emancipatie in Griekenland verschenen, hebben ter nauwernood nog enkele overblijfselen uit deze periode kunnen vinden; tegenwoordig zijn die geheel verdwenen. De kerken uit dien tijd waren kleine ronde of vierkante kapellen, waarvan het platte dak met een koepel gedekt was. Het tweede tijdvak loopt van de zesde tot de elfde eeuw. Dit is de ware bloeitijd der byzantijnsche kunst, die haar hoogste ontwikkeling bereikt om vervolgens als het ware te verstijven. De oorspronkelijke type wordt gewijzigd, ruimer en vrijer opgevat en verfraaid; de koepels worden vermeerderd; de absiden worden veelhoekig uitgebouwd; de vensters, door een of twee dunne zuiltjes in vakken verdeeld. Vier stevige vierkante pilaren schragen den grooten koepel, die eene bijkans halfronde gedaante aanneemt, en waarvan het bovenste gedeelte van talrijke openingen voorzien is. Van binnen worden de gewelven en bogen versierd met mozaieken op gou
PREV.   NEXT  
|<   370   371   372   373   374   375   376   377   378   379   380   381   382   383   384   385   386   387   388   389   390   391   392   393   394  
395   396   397   398   399   400   401   402   403   404   405   406   407   408   409   410   411   412   413   414   415   416   417   418   419   >>   >|  



Top keywords:

worden

 

kerken

 
atheensche
 

koepel

 

oostersche

 

geheel

 
verschenen
 
kleine
 

vierkante

 

eerste


geestelijken
 
kunnen
 
waarvan
 

platte

 

kapellen

 

verdwenen

 
vinden
 

tegenwoordig

 

periode

 

onderzoekers


vijfde

 

tijdperk

 

vertegenwoordigen

 

kathegorien

 

splitsen

 

tevens

 

tijdperken

 

hebben

 

nauwernood

 

enkele


Griekenland

 

emancipatie

 

sporen

 

achtergelaten

 

overblijfselen

 
bereikt
 
schragen
 

pilaren

 

grooten

 

halfronde


bijkans
 
stevige
 

zuiltjes

 

vakken

 

verdeeld

 

gedaante

 
aanneemt
 

gewelven

 
versierd
 

mozaieken