hten laten
medeslepen; zij zouden zich veel gemakkelijker vrij kunnen houden
van kleine coterien en lokale invloeden, en zich niet behoeven in te
laten met de ellendige kuiperijen en intriges, die in de grieksche
regeeringskringen eene zoo groote rol spelen.
In hunne smaakvol ingerichte salons wordt de vreemde bezoeker ontvangen
door hoogst beschaafde, zeer ontwikkelde vrouwen, die verscheidene
talen vloeiend spreken, en met wie het een genot is te praten; deze
salons zijn voor de in Griekenland gevestigde vreemdelingen van zeer
groote waarde: zij vinden daar als eene levende herinnering aan hun
eigen vaderland.
In de laatste jaren heeft zich, nevens deze beide klassen, nog eene
derde gevormd, die geheel op zich zelve staat. Een zeker aantal
grieksche bankiers, die in het buitenland fortuin hadden gemaakt,
zijn zich te Athene komen vestigen; en even als overal, hebben
deze lieden ook hier die zekere weelde van dubbelzinnig gehalte,
die zucht voor uitspanningen en kostbare vermaken, en bovenal dien
hartstocht voor spekulatie medegebracht, die, overal verderfelijk,
dubbel noodlottigen invloed uitoefenen te midden eener bevolking,
wier behoeften en levenswijze in overeenstemming zijn met de algemeene
beperktheid der middelen.
Deze geldmannen hebben der atheensche maatschappij een heete koorts
op het lijf gejaagd, waaraan zij, nu twee jaar geleden, schier
dreigde te bezwijken. Al de bedachtzaamheid en voorzichtigheid der
Grieken is niet bestand geweest tegen de noodlottige bekoringen en
verlokkende voorspiegelingen, waarmede deze spekulanten hunne zinnen
verblindden. Er werden fantastische venootschappen en maatschappijen
opgericht; er werden mijnen verkocht, die nooit bestaan hadden;
naamlooze vereenigingen van allerlei aard schoten als paddestoelen
uit den grond; de aandeelen bereikten fabelachtige prijzen: in een
woord, het Gruenaertium stond in vollen bloei. Maar weldra kwam het
oogenblik, waarop al die luchtkasteelen instortten. Het ontwaken uit
dien gouden droom was verschrikkelijk. Griekenland verloor op een dag
ruim twintig millioen gulden, bijna de gansche fortuin van dit arme
kleine land. Geen wonder dat zij, op wie de verantwoordelijkheid voor
deze ramp nederkwam, de voorwerpen werden van den algemeenen haat. De
salons zijn voor hen gesloten; en de pogingen, die zij aanwenden om
vreemdelingen of inboorlingen tot zich te lokken, stuiten af op de zeer
besliste terughouding en koelheid van alle klassen. Griek
|