en, waar negenhonderd jonge meisjes haar opleiding ontvangen
en haar studien voltooien onder de leiding van de hoogleeraren der
Universiteit. Dit is het Arsakion.
Het Varvakion (door den heer Varvakis gesticht) is een lyceum
voor knapen, en tegelijk het merkwaardigste museum van de geheele
stad. Het Bizarion (gesticht en begiftigd door den heer Bizaris)
is een seminarie voor theologische studien.
De ambachts- en handwerkschool voor weezen, eene stichting van
de familie Hadji-Kostas, het opvoedingsgesticht voor ouderlooze
meisjes, het gesticht voor ooglijders, een allersierlijkst gebouw in
byzantijnschen stijl, zijn allen door partikulieren uit eigen middelen
in het leven geroepen. Het fraaie observatorium op den Nymphenheuvel
en het prachtige marmeren gebouw, nevens de Universiteit, dat tot
Akademie moet dienen, zijn stichtingen van baron Sina.
Een groot gebouw, op kosten van den heer Bernardakis opgericht,
om tot bewaarplaats van antiquiteiten te dienen, is tot dusver nog
onvoltooid. Hetzelfde is het geval met eene polytechnische school,
door den heer Hournaris gesticht; sedert jaren staat zij verlaten;
om haar te voltooien, zou stellig meer dan een millioen noodig zijn.
In 1873 heeft men den eersten steen gelegd van een paleis, bestemd
voor de nationale tentoonstellingen (Olympien), die alle vier jaar
gehouden zullen worden. Dit gebouw zal den naam dragen van Zapion,
naar den rijken griekschen bankier, te Odessa gevestigd, die bij
legaat de noodige gelden voor de stichting geschonken heeft. Zal ook
dit gebouw, als zoo vele andere, onvoltooid blijven?
Aan een der voornaamste singels staat een zeer ruim gebouw, tot
weeshuis bestemd, en waarin hoogstens acht of tien kinderen zijn
opgenomen. Niettemin was men juist bezig, vlak daartegenover, de
laatste hand te leggen aan een niet minder kolossaal gebouw, tot
hetzelfde doel bestemd. Nu zou het toch wel zoo verstandig en eenvoudig
zijn geweest, indien de milde gever aan het bestaande gesticht de
aanzienlijke som geschonken had, waarop dit nieuwe paleis hem zal
te staan komen. Waarschijnlijk zou men hem ook de voldoening niet
geweigerd hebben, van zijn naam, in groote gouden letters, aan den
gevel te zien prijken, versierd met het traditioneele on.
Wie zich overtuigen wil, hoe bitter weinig de elkander zoo snel
opvolgende ministerien zich bekommeren over zaken, die met de
politiek niets te maken hebben, heeft slechts een bezoek te brengen
aan de verschillende l
|