verslinden, en meer voor het
vaderland doen, dan wij, onwetende Klephten, immer met onze karabijnen
doen konden."
De hoogeschool heeft tot dusver Turkije nog niet veroverd; maar wel
is zij, reeds meermalen, een bron van moeite en last geweest voor de
regeering van Griekenland zelf.
Als alle studenten aan alle plaatsen en van alle tijden, zijn ook de
studenten van Athene onrustig en revolutionnair van nature, altijd
vijandig gezind jegens het gezag, en steeds gereed om, op de eerste
oproeping van de leden der oppositie, een opstandje te organiseeren,
de ministers uit te fluiten, en met groot rumoer bij troepen door
de straten te trekken, om echter dadelijk bij de verschijning der
gendarmen uiteen te gaan. Opgestookt en aangevuurd door de radikale
raddraaiers, door het volk gesteund, had het meermalen al den schijn
of zij inderdaad de regeering naar goedvinden konden omverwerpen;
en deze dwaze waan heeft er niet weinig toe bijgedragen om bij de
studenten dien verderfelijken hartstocht voor de politiek aan te
wakkeren, die over het algemeen de vloek is van hun volk, en voor
hen bovendien de grootste belemmering op den weg van ernstige studie.
Onder deze jongelieden zijn er dan ook zeer velen, voor wie de studie
niets anders is dan het middel of het voorwendsel, om naderhand
in hunne provincie eene politieke rol te kunnen spelen; en om dit
doel te bereiken getroosten sommigen zich de grootste ontberingen:
zij verhuren zich als huis- of winkelbedienden, slechts eenige
uren per dag vrijhoudende om de colleges te kunnen bijwonen, en des
nachts werkende, maanden lang van water en brood levende, ten einde
de noodige boeken voor hunne studie te kunnen koopen. Vele van die
studenten zijn zonen van arme grieksche landlieden uit de verwijderdste
provincien van Turkije; van alle hulpmiddelen ontbloot, worden zij
door dit brandpunt van intellektueele ontwikkeling aangetrokken als
de muggen door de kaars; om slechts naar Athene te komen, verhuren
zij zich als muilezeldrijvers of matrozen; daar, in de hoofdstad,
kunt gij hen ontmoeten, slecht gekleed, armoedig, uitgehongerd,
ondanks de spreekwoordelijke matigheid van hun volk.
Zij, die over ruimer middelen kunnen beschikken en werkelijk liefde
koesteren voor degelijke studie, blijven niet te Athene: zij gaan naar
het Westen, om daar rechtstreeks aan de bronnen zelven de wetenschap
te beoefenen; en zoowel in Griekenland als in Turkije, onderscheiden
zij, die de hoogescholen van
|