oort van
nachtelijke aanvallen of gewelddadige inbraak, dan heeft men die
veiligheid veelmeer te danken aan den aard des volks, dan aan de
zorg en waakzaamheid van eenige slecht gekozen en slecht uitgeruste
policie-agenten.
Maar het partikulier initiatief heeft zich niet bepaald tot de
verbetering en versiering der bijzondere woningen. Er zijn door
partikulieren collegien gasthuizen, bewaarscholen, gymnasien,
in menigte gesticht, misschien te veel zelfs; ook geschiede dit
niet altijd uit zuivere vaderlandsliefde of philanthropie, maar
zeer dikwijls uit ijdelheid. Van daar dikwijls een ijver zonder
verstand. Men besteedt aanzienlijke sommen voor de stichting van
eene of andere inrichting van dien aard, zonder te bedenken dat
reeds verscheidene dergelijke etablissementen, als overtollig,
ledig staan. Men wil iets groots, iets dat de aandacht trekt, tot
stand brengen, en zijn naam in gouden letteren voor den gevel zien
prijken. Het nut en de doelmatigheid der zaak zelve komt minder in
aanmerking; men begint te bouwen, zonder de kosten te berekenen, en
aldra ontbreken de noodige middelen om den bouw te voltooien: het dak
blijft ongedekt en de ledige vensteropeningen grijnzen u aan; ofwel,
er is geen geld om in de behoeften der inrichting, hetzij gasthuis
of kweekschool, te voorzien. Het aantal der liefdadige instellingen
en der inrichtingen van onderwijs te Athene zou voldoende zijn voor
eene zesmaal sterker bevolking, dan de stad thans bevat: geen wonder,
dat vele van deze stichtingen onvoltooid blijven of van dag tot
dag vervallen. Niettemin openbaart zich in dezen onverstandigen en
overdreven ijver toch een edel streven, dat, goed geleid en van de
thans heerschende verkeerdheden gezuiverd, zeer veel goeds tot stand
zou kunnen brengen, en voor eene verlichte en vaderlandslievende
regeering van onberekenbaar nut zou kunnen zijn.
Onder deze inrichtingen staat, als de oudste en voornaamste, de
Universiteit boven aan, door vrijwillige giften gesticht, toen de
nieuwe hoofdstad, nog schier een puinhoop, nog geen paleis had om
haar Koning te huisvesten, ja zelfs ter nauwernood betamelijke
woningen voor haar eigen burgers. De Hellenen mogen dan ook wel
trotsch zijn op hunne hoogeschool; en al valt er wel wat af te dingen
op de beweering der Grieken, dat er in geene andere stad van Europa
meer opgewekt geestelijk leven en meer werkzaamheid op intellektueel
gebied gevonden wordt dan te Athene, zou het toch onbillijk zijn, de
|