FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   348   349   350   351   352   353   354   355   356   357   358   359   360   361   362   363   364   365   366   367   368   369   370   371   372  
373   374   375   376   377   378   379   380   381   382   383   384   385   386   387   388   389   390   391   392   393   394   395   396   397   >>   >|  
n de bovenstad zijn als uitgestorven; slechts enkele malen wordt er eene lage deur geopend, en hoort ge het geruisen van vrouwen-voetstappen op de steenen. Want ge vindt hier bijna niets dan vrouwen en kinderen, daar de mannen schier zonder uitzondering op zee zijn. Laat ons een dier oude huizen binnengaan, in de rijke dagen van Hydra gebouwd, en waarvan de fondamenten, in de rots uitgehouwen, meer gekost hebben dan die der prachtigste paleizen in onze hoofdsteden. De ruime zalen en vertrekken zijn met marmer geplaveid en met fraaie smyrnasche tapijten belegd; de vensters zien op zee uit. De muren zijn witgepleisterd, en laten uit het oogpunt van reinheid niets te wenschen over. Wij zien geen andere bedienden dan jonge meisjes, knapen, die nog niet berekend zijn voor den zwaren arbeid huns vaders, of oude mannen, voor wie het beroep van zeevaarder te zwaar is geworden. In een afgelegen vertrek vinden wij de vrouwelijke bewoners, de moeder, de echtgenoote, de dochters van den heer des huizes, bijeen en aan den arbeid; de oudsten herstellen het linnengoed, de jongeren borduren die fijne, kunstige, smaakvolle weefsels van zijde met goud doormengd, die, jammer genoeg! meer en verdrongen worden door de gedrukte stoffen van Manchester. Zij spreken weinig of niet, en schijnen in gedachten verzonken. Haar eenzaam, afgezonderd leven heeft aan haar fraai besneden, bevallig gelaat eene uitdrukking van droefgeestigheid en stille berusting gegeven. Op het hoofd dragen zij een lichtgelen zijden doek, met goud geborduurd, die onder de kin wordt saamgevouwen en het geheele gelaat omlijst, zoodat slechts een smalle hairvlecht op het voorhoofd zichtbaar is. Een nauwsluitend buisje van rood fluweel, van voren open, en met nauwe, met goud borduursel versierde mouwen, wordt onder de borst toegegespt over een fijn batisten hemd. Deze vrouwen gaan nimmer uit, tenzij om nu en dan een bezoek te brengen bij hare buren. Waar zouden zij ook heen gaan in dit eiland, waar geene wandelingen zijn, en waar de wegen en straten meer dan op iets anders op ladders gelijken? Buiten de stad is er letterlijk niets te zien. Van alle zijden breken de golven op loodrechte, ongenaakbare rotswanden, en op de toppen dier rotsen, waarover onophoudelijk de winden heenstrijken, vinden enkele kudden geiten een schraal voedsel. Nergens is eene woning te zien, nergens eenig spoor van bebouwing; volgens de officieele statistiek, vindt men op het gansche eiland, dat
PREV.   NEXT  
|<   348   349   350   351   352   353   354   355   356   357   358   359   360   361   362   363   364   365   366   367   368   369   370   371   372  
373   374   375   376   377   378   379   380   381   382   383   384   385   386   387   388   389   390   391   392   393   394   395   396   397   >>   >|  



Top keywords:

vrouwen

 

eiland

 
arbeid
 

vinden

 

zijden

 

enkele

 
slechts
 
gelaat
 

mannen

 

borduursel


fluweel
 
versierde
 
verzonken
 

toegegespt

 

eenzaam

 

mouwen

 
lichtgelen
 

afgezonderd

 

besneden

 

geheele


omlijst

 

zoodat

 

saamgevouwen

 

berusting

 

geborduurd

 

stille

 

smalle

 

hairvlecht

 

nauwsluitend

 

dragen


buisje

 

bevallig

 

zichtbaar

 

droefgeestigheid

 

voorhoofd

 
uitdrukking
 
gegeven
 

onophoudelijk

 

waarover

 

winden


heenstrijken
 
geiten
 

kudden

 

rotsen

 

toppen

 

golven

 
breken
 

loodrechte

 
ongenaakbare
 

rotswanden