FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215  
216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   >>   >|  
n uitrusten op het hooge dennenbosch, dat aan den voet van het bergje begon en waar onderscheidene paden en watertjes op een schilderachtige wijze doorheen kronkelden,--of op de nog donkerder beuken, die, verder, hun zware en weelderige takken spreidden over een vrij breed water, hetwelk aan de eene zijde van het weiland liep. Heerlijk was de terugspiegeling van het loof in het heldere nat, waarvan de kalme oppervlakte niet verbroken werd dan door de kringen, welke nu en dan daarin gevormd werden door den koning onzer binnenwateren, den vratigen snoek, of door eenige schoone lakenveldsche koeien, die met een statigen tred het weiland verlieten om koelte en schaduw in den frisschen plas te zoeken; maar, eens daarin gekomen, zoo stil en onbeweeglijk bleven, alsof zij een bekwamen schilder stonden af te wachten, die hem met zijn kunstpenseel op het doek zoude vereeuwigen. Maar wat geen penseel zoude hebben kunnen teruggeven, was de verrassende uitwerking der zonnestralen, die, hier en daar zich een weg banende tusschen de breede takken, door de oppervlakte des waters heen op den zandigen bodem afstuitende, al de kleuren van den regenboog in ontelbare mengelingen te voorschijn riepen. Terwijl wij, op ons gemak neergezeten, ons in deze beschouwing verlustigden, en het verkwikkende genot van de vrije natuur, gepaard met de aangename gewaarwording van uit te rusten na eene vrij verhittende wandeling, ons alle drie in een stille en weldadige stemming gebracht had, hoorden wij opeens in de nabijheid roepen en praten en herkenden weldra de stem van Tante Van Bempden, die zich beurtelings uitzette om hop! hop! te roepen en dan weder een min schellen toon aansloeg en een onderhoud scheen voort te zetten met iemand, die haar vergezelde. Wij stonden op, ofschoon slechts langzaam; want ik geloof, dat geen van ons tevreden was van in zijn mijmeringen gestoord te worden: wij beantwoordden het hop! hop! met al de kracht onzer longen en begaven ons intusschen naar het dennenbosch, waaruit het geluid scheen voort te komen, en waar wij weldra Tante gewaarwerden, in gesprek met een kloeken landman, wien ik terstond herkende voor den man, dien ik in de Soester herberg ontmoet had en onder den naam van Baas Roggeveld heb ten tooneele gevoerd. "Zoo! eindelijk gevonden?" zeide Tante, terwijl zij ons naderde, "gij laat mij ook mooi loopen. Kunt gij _nog_ verder gaan?" "Wel Tante-lief!" zeide Suzanna: "wie had ooit kunnen denken, dat UEd. o
PREV.   NEXT  
|<   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215  
216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   >>   >|  



Top keywords:
weldra
 

roepen

 

oppervlakte

 

daarin

 

kunnen

 

stonden

 

scheen

 

weiland

 

verder

 
dennenbosch

takken

 

rusten

 

gewaarwording

 

onderhoud

 

aangename

 

aansloeg

 

iemand

 
ofschoon
 
slechts
 
natuur

vergezelde

 

schellen

 

gepaard

 

zetten

 

wandeling

 

praten

 

herkenden

 

weldadige

 
nabijheid
 

langzaam


hoorden
 
stemming
 

opeens

 
stille
 
gebracht
 
verhittende
 

uitzette

 

Bempden

 
beurtelings
 
waaruit

eindelijk
 

gevonden

 

terwijl

 
naderde
 
gevoerd
 

tooneele

 

Roggeveld

 

denken

 

Suzanna

 

loopen