FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209  
210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   >>   >|  
rzoek; maar, in weerwil van Tantes vermaning en hoe kort mijn verhaal ook ware, het haalde mij ettelijke zetten en spotternijen van Suzanna op den hals, die nu eens beweerde, dat ik een mannetje van zout ware en voor een klein regenbuitje vreesde; dan weder, dat ik den regen slechts als een voorwendsel had aangegrepen, om te zien; welke Juffer in den koepel zat; dan, dat ik al zeer vrijpostige manieren had opgedaan om mij zoo in te dringen op een plaats, waar ik niets te maken had, enz. Wat Henriette betrof, deze scheen te lijden onder dit gesprek en antwoordde slechts met ja en neen op de vragen, welke te dier gelegenheid tot haar gericht werden, zoodat Tante haar houding begon op te merken en haar vroeg of haar iets deerde, of het haar ook tochtte, of zij ook van plaats wilde ruilen enz. Suzanna, die wel bemerkte, dat het hem daar niet zat, doch de reden van Henriettes handelingen volstrekt niet verklaren kon, werd van zelf stil en zag mij zijdelings met eenige ongerustheid aan. Ik was zelf ook lang niet op mijn gemak; maar, al mijn vermogens inspannende, trachtte ik het zooverre te brengen, dat ik een andere wending aan het onderhoud gaf en begon het een en ander over mijn reizen te vertellen. Suzanna, die mijn oogmerk raadde, hielp mij dezen keer trouw voort. Tante begon belang te stellen in hetgeen ik mededeelde: haar verbeelding raakte met haar tong aan het wedrennen: en Henriette zelve, schoon altijd min of meer schoorvoetende, mengde zich nu en dan in het gesprek, glimlachte zelfs bij wijlen, doch verviel, telkens wanneer ik haar bepaaldelijk toesprak, weder in haar afgepaste, koel beleefde houding. Zoo duurde het, totdat wij aankwamen te 's Gravenland en het hek van Heizicht binnenreden. "Komt kinderen!" zeide Tante, zoodra het rijtuig had stilgehouden voor de prachtige stoep, waarvan elke trede met kostelijke bloemgewassen prijkte: "nu moet gij u zien te vermaken tot den etenstijd: want ik zie daar al dezen en genen, met wien ik het een en ander te behandelen heb: en ik vrees, dat mij de tijd zal ontbreken, om voor den eten met u op den dril te gaan." Wij zagen, dat zij gelijk had; want het voorhuis stond vol lieden, die, met den hoed in de hand en onder beleefde buigingen, de eigenares van Heizicht opwachtten. Daar was de timmerman van het dorp, met wien zij in onderhandeling moest treden over den aanbouw van eenige nieuwe hokken voor de pauwen en fazanten: de metselaar, die een steenen wal voor den nieuw
PREV.   NEXT  
|<   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209  
210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   >>   >|  



Top keywords:
Suzanna
 

Henriette

 

houding

 

plaats

 

gesprek

 

beleefde

 

eenige

 

Heizicht

 

slechts

 
duurde

totdat

 

pauwen

 

fazanten

 

afgepaste

 

steenen

 

metselaar

 

hokken

 
binnenreden
 
nieuwe
 
aanbouw

treden

 

verbeelding

 

aankwamen

 

Gravenland

 

toesprak

 

wanneer

 

schoorvoetende

 

mengde

 
altijd
 

schoon


raakte
 
verviel
 

telkens

 
wedrennen
 
wijlen
 
glimlachte
 

bepaaldelijk

 

zoodra

 
lieden
 
behandelen

vermaken
 

etenstijd

 

mededeelde

 
voorhuis
 
ontbreken
 

buigingen

 

onderhandeling

 

waarvan

 

prachtige

 

stilgehouden