FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37  
38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   >>   >|  
ie zacht om hem heen wuifden en stuifden en waar de mooiste vogels kweelden en klapwiekten, licht en blank als kapellen, in heldere, zonneblauwe lucht. O, het was alles zoo schoon en zoo heerlijk, het balsemgeurde overal en hij proefde van vruchten, groote, blozende, sappige vruchten, zoo zalig-lekker smeltend in den mond. Hij was in 't Paradijs, juichte hij, en daar was ook zijn teergeliefde Rozeke, geheel in 't fonkelwit gekleed, met haar zacht-krullende haren los over de schouders, en daar waren ook zijn kinderen, zijn beide lieve kinderen: Hilairken, gansch roze-naakt met gouden vleugels als de engeltjes in 't dorpskerkje, en ook Marie, ja, ook Marie, het meisje dat nog op de aarde moest geboren worden, maar daar reeds in het Paradijs geboren was, o zoo fijn en zoo klein en zoo teer, maar schoon, o, schoon, schooner dan alles wat ooit geleefd had, met groote oogen als helderblauwe bloempjes, als van die ronde lieve blauwe bloempjes, die in de vroege lente bloeien tusschen't jonge frissche gras, langs de randen van helder kabbelende beekjes.--Toen barstte hij plotseling in een lach-en-proestbui uit, omdat hij daar ook Vaprijsken zag: Vaprijsken gansch in 't geel, met gelen baard en gele kleeren en een languitgestreken, ernstig, geel gezicht als van een wijzen aartsvader; en ook het Geluw Meuleken was daar, nog geler dan Vaprijsken, het mager aangezicht vol gele sproeten; en ook den ouden Dons zag hij; een eigenaardige verschijning: een rooden, ronden kop met witte haren als een ondergaande winterzon over een sneeuwveld; en ook Rozeke's moeder zag hij, dik, bespottelijk dik, met puntig-rond, lachend-opschuddend buikje; en ook Rozeke's vader, die zijn een oog zoo leuk dichtkneep en zijn ander zoo verbaasd-rond opende; en ook Rozeke's broeders en zuster, en boer Kneuvels die hakkelde, en zijn schoone vrouw met haar gouden oorbellen en schitterende oogen, en de jonge baronesse met haar man, die in een bruisende automobiel voorbijsnorden.... Toen zonk hij weer in elkaar en een doodsche droefheid grauwde op zijn klam-bezweet gelaat.--Het regende, het mistte, de natte, felle wind kromde de klagend-piepende kruinen der boomen, en hij rilde, rilde, en zijn tanden klapperden. De laatste bruine blaren stoven als doode vogels van de naakte takken en het paard verzonk met zijn beenen zoo in het slijk, tot hij zelf weldra heel en al nat en beslijkt was, en pijnlijk klaagde van kou en zich langzamerhand in al die grijze, triestige
PREV.   NEXT  
|<   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37  
38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   >>   >|  



Top keywords:
Rozeke
 

schoon

 

Vaprijsken

 
Paradijs
 
gansch
 
gouden
 

kinderen

 

bloempjes

 

geboren

 

vruchten


vogels
 
groote
 

Kneuvels

 

verbaasd

 

broeders

 

opende

 

zuster

 

hakkelde

 

voorbijsnorden

 

elkaar


automobiel
 

bruisende

 

oorbellen

 
schitterende
 

baronesse

 
schoone
 
ondergaande
 

winterzon

 

sneeuwveld

 

ronden


eigenaardige

 

verschijning

 
rooden
 
moeder
 

buikje

 
doodsche
 

opschuddend

 

lachend

 

bespottelijk

 

puntig


dichtkneep

 

bezweet

 
weldra
 

beenen

 
verzonk
 
naakte
 

takken

 

langzamerhand

 
grijze
 

triestige