FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34  
35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   >>   >|  
de hij, als in een droom, de dikke boerin met een vette stem zeggen; en 't oogenblik daarna zat hij rillend met gebogen hoofd en bevend-uitgestrekte handen voor een helder flikkerend en krakend haardvuur. Toen kreeg hij een groote kop warme koffie en een dikke snee grijs brood met hoofdkaas, en machinaal ging hij aan 't eten. Zijn tanden klapperden, zijn kakebeenen waren als verlamd en zijn keel kon haast niet slikken. Telkens slokte hij van zijn heete koffie zonder te voelen hoe brandend ze was. Toch deed het weinige dat hij nemen kon hem goed; hij voelde zich weldra wat opgefleurd en kon enkele woorden spreken. Hij at zijn boterham goed half op en aanvaardde een tweede kom koffie. Hij herleefde als 't ware en ontstak zelfs een pijpje, nadat hij den boer de gebruikelijke dertig frank der dekking had betaald. De knecht kwam zeggen dat 't er klaar mee was en met inspanning stond hij weer op. "Ha moar 'k zoe nog wa blijven; wacht te minsten tot da ge dreuge zijt," raadden de boer en de boerin hem dringend aan. "O, 'k ben al hoast dreuge; en euk, 'k zal toch direkt weeromme nat zijn," antwoordde hij met een doffe en zwakke stem, die heel vreemd in zijn eigen ooren klonk. "Da es woar, 't es leulijke bieste van weere," moesten de boer en de boerin toegeven; en zij vergezelden hem tot aan de deur, waar de stalknecht wachtend de merrie bij den breidel hield. Alfons gaf den jongen een frank drinkgeld en liet zich door hem in het zadel helpen. Wat ging het zwaar en moeielijk! 't Was of hij geen ziertje kracht meer in zijn lichaam had en zijn armen en beenen waren als lood. Hij wenschte "elk ne goen dag" en vertrok. Hij had slechts een verlangen, een behoefte: zoo spoedig mogelijk weer thuis te zijn, om met gesloten oogen in zijn bed te liggen en te rusten en te slapen. Hij legde weer den zelfden langen weg, nu met wind en regen in den rug, af. Hij was nog niet droog van voren en nu werd hij ook spoedig druipnat van achter. De scherpe wind zweepte thans de piepende kruinen der boomen als 't ware vluchtend voor hem uit, en hij zelf voelde zich mee gedreven, loom op het paard ineengezakt, de pet diep over de ooren, zijn halskraag overeind. Er kwam iets triestig-onverschilligs over hem, een dof gevoel dat hij toch tegen de vernielende kracht van regen en wind niet op kon; en nu voelde hij het ijskoud water langs zijn schouders en zijn rug neersijpelen, tot het weldra sopte op het zadel, in een kletsend plassen als v
PREV.   NEXT  
|<   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34  
35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   >>   >|  



Top keywords:
voelde
 

koffie

 

boerin

 
zeggen
 
spoedig
 
weldra
 

dreuge

 

kracht

 

ineengezakt

 

lichaam


ziertje
 
wenschte
 

moeielijk

 

beenen

 

gedreven

 

stalknecht

 

wachtend

 

merrie

 

vergezelden

 

moesten


toegeven
 

halskraag

 

breidel

 
helpen
 

drinkgeld

 
Alfons
 
jongen
 

plassen

 

ijskoud

 

vernielende


onverschilligs

 

schouders

 
piepende
 
kruinen
 

neersijpelen

 
druipnat
 

gevoel

 

achter

 

scherpe

 

langen


zelfden

 

boomen

 
behoefte
 

mogelijk

 
triestig
 
verlangen
 

vertrok

 

vluchtend

 
slechts
 

overeind