FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33  
34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   >>   >|  
of hij voelde pijn in de zij als iemand die te hard gerend heeft. De weg strekte zich eindeloos uit, kronkelend en modderig onder den lagen, grijzen hemel, tusschen de naakte populieren, waarvan de kruinen klagend-piepten in den natten wind, die onophoudend ijzige gesmolten sneeuw en motregen in zijn gezicht joeg. Nog nooit had zijn land hem zoo vuil, zoo triestig, zoo somber-verlaten geschenen. De hooge grauwe stroodaken der boerderijen schenen zwaar als lood op de lage muurtjes met de kleingeruite raampjes te drukken, en al de lieve, heldere, frissche kleuren van de schoone zonnedagen: het lichtblauw of lichtroze van de geveltjes, het blinkend-rood der pannendaken en het wit-en-groen der open luikjes, alles, alles leek verwaterd en versmolten en verkleurd in 't zelfde vuile, natte grauw en grijs, dat als een oneindige, dikke, loome, droeve deken van uit den hemel op de aarde was gedaald. Hij rilde en zijn tanden klapperden. Wat voelde hij zich ver van huis en eenzaam, eenzaam en verlaten, alsof hij nooit zijn eigen warm en gezellig boerderijtje, met zijn vrouw en kind terug zou zien! Zijn handen waren ijskoud, als versteven, om de teugels geklemd en zijn dijen en knieen zoo doorweekt, dat hij het water, als koud-kruipende slangetjes, tot in zijn kousen voelde druipen. Soms hield hij even voor een landelijke herberg stil en bestelde er een borrel, zonder van zijn paard te stijgen. In een teug sloeg hij die met een grimas van afkeer binnen, en hij rilde van den scherpen, slechten drank tot in het merg der beenderen. 't Verwarmde hem toch even, maar hij voelde dat zijn maag er door van streek raakte en weldra leed hij aan hevige hoofdpijn en had neiging tot braken. Eindelijk kwam hij op de verre, groote hoeve aan. Gelukkig kon hij dadelijk geholpen worden: de hengst was op stal. De boer, die medelijden met hem had, raadde hem aan zich flink bij den haard te gaan warmen en drogen en ook iets warms te eten en te drinken; de stalknecht zou voor de merrie wel zorgen. Met een kreunzucht liet Alfons zich van het zadel zakken. Hij voelde zich zoo ziek en slap, dat hij niet eens aandrong om de dekking bij te wonen. Hij sleepte zich voort naast den boer, trad binnen in een ruime, slordige keuken, ontwaarde vagelijk een zware dikke vrouw en enkele kinderen. "Zet ou, kameroad, zet ou; da zijn weerkes, he? Joa joa, we zillen hem al gauwe ne woarme spoelkom kaffee mee nen boterham en 'n firme schel heufvlakke geen!" hoor
PREV.   NEXT  
|<   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33  
34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   >>   >|  



Top keywords:
voelde
 

verlaten

 

eenzaam

 
binnen
 
zonder
 
stijgen
 

groote

 

Gelukkig

 

borrel

 

dadelijk


medelijden
 
raadde
 

bestelde

 

geholpen

 

worden

 

hengst

 

raakte

 

weldra

 

streek

 

beenderen


Verwarmde
 

slechten

 

Eindelijk

 
grimas
 

afkeer

 
braken
 
scherpen
 

hevige

 

hoofdpijn

 

neiging


zorgen

 

weerkes

 
kameroad
 
ontwaarde
 

keuken

 
vagelijk
 

kinderen

 

enkele

 

zillen

 

heufvlakke


boterham

 

woarme

 
spoelkom
 

kaffee

 
slordige
 
merrie
 

stalknecht

 

kreunzucht

 
drinken
 

warmen