FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   369   370   371   372   373   374   375   376   377   378   379   380   381   382   383   384   385   386   387   388   389   390   391   392   393  
394   395   396   397   398   399   400   401   402   403   404   405   406   407   408   409   410   411   412   413   414   415   416   417   418   >>   >|  
en, opdat hij over het lot van elk uwer beschikke naar zijnen wil. Een half uur gunt hij u om tot deze overgaaf te besluiten. Indien gij voor het verloop van dien tijd u niet in zijne genade hebt overgegeven, zal, tot een voorbeeld en tot wraak over den moord van graaf Karel, deze jonkvrouw, Witta Sneloghe, zuster van een der moordenaars, onder uwe oogen door den beul het hoofd worden afgeslagen. Ziet aldus wat u te doen staat; wij wachten uw antwoord." Robrecht slaakte eenen schreeuw en beefde in al zijne ledematen; hij was schier ijlhoofdig en kon zijnen blik niet afwenden van zijne arme zuster, die biddend en smeekend immer de handen tot hem ophief. Dakerlia, door bedruktheid en schrik overstelpt, had de handen voor de oogen geslagen en weende bitter. De eindeloosheid van het ongeluk dat hem bedreigde en de akeligheid van zijnen toestand deden Robrecht een uiterst geweld inspannen om zijne smart te bedwingen. Er was geen tijd te verliezen; wat doodelijke angst hem ook folterde, hij was man en moest zelfs te midden der gruwelijkste gevaren sterkmoedig blijven. Zich tot zijne gezellen keerende, zeide hij haastig: "Vrienden, wat gaan wij doen? Weigeren wij ons over te geven, dan vermoordt men mijne zuster,--onnoozel kind, zoet en argloos als een lam!--Geven wij ons over zonder voorwaarden, zooals men het eischt, dan dreigt ons een onvermijdelijke dood. Wat gedaan? O, hemel, geeft mij raad! Wat gedaan?" De Kerels zwegen of morden binnensmonds. Het was klaarblijkend dat zij geenen lust gevoelden om zich weerloos in de handen hunner wreede vijanden te leveren; evenwel, uit medelijden voor den hachelijken toestand van hunnen overste, drukten zij hunne weigering niet door woorden uit. "Ach, nog eene zwakke hoop!" kreet Robrecht, "misschien zullen onze vijanden niet onverbiddelijk zijn en ons de voorwaarden toestaan die mijn oom Hacket hun vroeger heeft uitgedrukt. Wat voordeel brengt het toch Kerlingaland toe, dat wij nog eenige dagen op dezen toren blijven? Sterven,--indien dit lot ons door God is voorbeschikt,--sterven moeten wij allen. Waarom mijne zuster, waarom een onnoozel kind nutteloos geslachtofferd? Laat mij het beproeven: wil men ons beloven ons onmiddellijk te dooden en ons toe te laten onze onschuld aan den moord te bewijzen, dan, vrienden, ik smeek u, geven wij ons over! Mijne arme zuster zal gered zijn en wij, misschien, zullen worden gespaard ..." Burchard Knap die, om beter te hooren wat de
PREV.   NEXT  
|<   369   370   371   372   373   374   375   376   377   378   379   380   381   382   383   384   385   386   387   388   389   390   391   392   393  
394   395   396   397   398   399   400   401   402   403   404   405   406   407   408   409   410   411   412   413   414   415   416   417   418   >>   >|  



Top keywords:

zuster

 

Robrecht

 
zijnen
 

handen

 

worden

 

zullen

 

misschien

 

toestand

 

vijanden

 

blijven


onnoozel

 
voorwaarden
 
gedaan
 

zwegen

 
woorden
 

geenen

 

weigering

 

morden

 

klaarblijkend

 

eischt


dreigt

 

onvermijdelijke

 

drukten

 

wreede

 
gevoelden
 

leveren

 
hunner
 

Kerels

 

hunnen

 

overste


hachelijken

 
medelijden
 

evenwel

 

binnensmonds

 

weerloos

 
voordeel
 

beloven

 
beproeven
 

onmiddellijk

 

dooden


geslachtofferd

 

moeten

 
Waarom
 

waarom

 

nutteloos

 
onschuld
 

Burchard

 
gespaard
 

hooren

 

bewijzen