FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   406   407   408   409   410   411   412   413   414   415   416   417   418   419   420   421   422   423   424   425   426   427   428   429   430  
431   432   433   434   >>  
gezellen spreekt, glanzen zijne oogen van mannelijke trotschheid, en hij boezemt allen de verachting des doods in, met eene onweerstaanbare welsprekendheid Sterven op zulke wijze dat men den onplooibaren heldenmoed der Kerels tot den einde toe bewondere, schijnt zijn eenige droom en zijn eenig doel; maar zoohaast hij het woord tot mij richt, wordt hij droefgeestig, en niet zelden schieten hem dan tranen in de oogen." "Waarom toch? Zegt gij hem bedroevende dingen, Reinbert?" "Neen, jonkvrouw; maar mij spreekt hij immer van u, van u alleen. Uw tegenwoordig lot, het lot dat u nog te wachten staat, verschrikt hem. De tranen, welke hij met zooveel geweld op zich zelven poogt te bedwingen, zijn tranen van medelijden en van liefde." Dakerlia zweeg eene wijl; een zucht ontsnapte haar en hare oogen glinsterden van ontroering. "Maar, Reinbert", vroeg zij in gedachten, "gelooft dan mher Sneloghe, gelooven de andere Kerels dat men de doodstraf tegen hen zal uitspreken?" "Zij schijnen inderdaad weinig hoop op het behoud des levens te koesteren", antwoordde de gevangenbewaarder, "en zij hebben wel reden, dunkt mij, om zich vanwege hunne vijanden aan het ergste lot te verwachten. Arme Kerels, hunne onzekerheid zal niet lang meer duren!" Door deze koele bevesting harer vrees verschrikt, hief Dakerlia de handen in de hoogte en riep kermend uit: "Genade, genade voor hem, almachtige God! Hij is onschuldig. Ach, wreek den gruwelijken moord niet op hem. Laat hem leven, ik zegen Uwen heiligen naam tot mijnen laatsten snik!" "Jonkver Wulf, vertwijfel zoo niet", zeide de gevangenbewaarder "Hoor mij aan, ik bid u. Worden de andere Kerels ter dood veroordeeld, men zal naar alle waarschijnlijkheid mher Sneloghe het leven sparen." "Gij wilt mij troosten en poogt mij te bedriegen, uit goedheid des harten!" murmelde Dakerlia ongeloovig. "Neen, jonkvrouw, ik heb u reeds gezegd dat de schepenen en voorname poorters niet ophouden bij den koning allerlei pogingen aan te wenden om genade voor mher Sneloghe te bekomen. Gisterenavond heb ik hier, in de groote zaal van het Gyselhuis, twee ridders,--mher Gervaas Van Praet, die nu kastelein van Brugge is geworden, en een Fransch overste van 's konings raad over deze zaak hooren spreken en twisten. Uit hunne woorden kon ik verstaan dat de koning geneigd is om mher Sneloghe in genade te ontvangen, en hij het reeds zou hebben gedaan, indien de Isegrims hem tot nu toe niet hadden wederhouden
PREV.   NEXT  
|<   406   407   408   409   410   411   412   413   414   415   416   417   418   419   420   421   422   423   424   425   426   427   428   429   430  
431   432   433   434   >>  



Top keywords:

Kerels

 

Sneloghe

 

Dakerlia

 

tranen

 

genade

 

jonkvrouw

 
koning
 
Reinbert
 

gevangenbewaarder

 

andere


verschrikt

 
hebben
 

spreekt

 

veroordeeld

 
ongeloovig
 

Worden

 

troosten

 
bedriegen
 

harten

 

sparen


waarschijnlijkheid

 

murmelde

 

goedheid

 
Jonkver
 

gruwelijken

 
onschuldig
 

boezemt

 

almachtige

 

trotschheid

 

laatsten


glanzen

 

mijnen

 

mannelijke

 

heiligen

 

vertwijfel

 

voorname

 

hooren

 

spreken

 

twisten

 

Fransch


overste
 

konings

 

woorden

 

indien

 

Isegrims

 

hadden

 

wederhouden

 

gedaan

 

verstaan

 

geneigd