FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   416   417   418   419   420   421   422   423   424   425   426   427   428   429   430   431   432   433   434   >>  
n en, zelfs toen Disdir Vos met barschheid Ivo-den-wolvenjager voortstuwde, sprak deze geen woord, ofschoon hij den verkooper van Kerlingaland kende en zijn hart van spijt en verontwaardiging overstroomde. Men bracht de twee gevangenen in de kerk van St-Donaas; zij meenden, zooals het in dien tijd nog geschiedde, dat de koning en de ridders in den tempel zouden vergaderd zijn; maar nauwelijks waren zij onder de poort doorgetreden, of op een sein van Disdir Vos grepen een tiental wapenknechten hen aan en bonden hun de handen op den rug. Daar traden van onder de zijbeuk vier ongewapende mannen, wier opgestroopte mouwen en gespierde armen getuigden dat zij gereed waren tot het volvoeren van een werk dat lastig kon zijn en geweld vorderen. Waren zij de beulen, die de Kerels moesten martelen? Inderdaad, degene die onder hen de meester scheen, vatte Ivo-den-wolvenjager bij den schouder en duwde hem naar de trap van den toren, terwijl hij zeide: "Makkers, alle tegenstand is nutteloos; gij zijt veroordeeld tot den dood en moet sterven." Een scherpe glimlach van misprijzen was het eenige antwoord der Kerels, en zij volgden hunne beulen op de trap zonder den minsten onwil te toonen. Toen zij de groote gaanderij hadden bereikt, leidde men hen tegen de leuning naar den kant die over de opene achterplaats van het klooster uitzag. "Beveelt uwe ziel aan God", morde de beul, "en haast u!" Hij wees naar beneden en zeide: "Ziedaar voor u de weg der eeuwigheid!" Men zou dus de arme Kerels van den toren naar beneden werpen en zij zouden daar op de vloersteenen, met hoofd en leden verbrijzeld, een akelig einde vinden! Wel doorliep eene ijskoude siddering de aders der gevangenen, toen zij den blik nederstuurden in den afgrond die hen aangrijnsde als een hongerig graf; maar zij bedwongen den opstand hunner menschelijke natuur tegen den dood, hieven de handen tot God en spraken in stilte het gebed, waardoor zij Hem hun bloed en hun lijden tot zoenoffer voor hun vaderland en voor de vrijheid aanboden. De beul boog zich over de leuning der gaanderij en blikte naar beneden. Waarschijnlijk zag hij daar eenige wapenknechten over en weder loopen; want hij riep uit al zijne kracht: "Van onder! van onder!" Dan, door zijne drie struische makkers geholpen, greep hij Benkin-den-schutter om de lenden, hief hem boven de leuning en smeet hem in de ruimte ... "Nu gij!" morde hij, de handen tot Ivo-den-wolvenjager uitsteken
PREV.   NEXT  
|<   416   417   418   419   420   421   422   423   424   425   426   427   428   429   430   431   432   433   434   >>  



Top keywords:

leuning

 

Kerels

 

wolvenjager

 

handen

 

beneden

 

wapenknechten

 
zouden
 
gevangenen
 

gaanderij

 

beulen


eenige

 
Disdir
 

akelig

 

doorliep

 
ijskoude
 

vinden

 

vloersteenen

 
verbrijzeld
 

siddering

 

Ziedaar


Beveelt

 

uitzag

 

klooster

 
achterplaats
 

eeuwigheid

 
werpen
 

waardoor

 

kracht

 

loopen

 

struische


makkers

 

ruimte

 

uitsteken

 

lenden

 

geholpen

 

Benkin

 

schutter

 

Waarschijnlijk

 

blikte

 

menschelijke


hunner
 

natuur

 

hieven

 

spraken

 

opstand

 

bedwongen

 

aangrijnsde

 

afgrond

 

hongerig

 

stilte