FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   418   419   420   421   422   423   424   425   426   427   428   429   430   431   432   433   434   >>  
het vonnis is geveld, ik ben onmachtig." "Hij moet sterven?" "Straks." "Mijn God, mijn God, men zal hem van den toren werpen, niet waar?" "Wie heeft u dit gezegd, jonkvrouw?" "Ach, ik weet het; reeds tien onzer arme broeders zijn dood." "Reeds twintig, Dakerlia. Het is te laat!" "Dus geene genade meer voor hem?" "Geene; de koning zelf heeft hem veroordeeld." Dakerlia deinsde een paar stappen achteruit; de bleekheid des doods ontverfde haar gelaat en zij sidderde in al hare leden, als hadde eene diepe vrees haar aangegrepen. Misschien schrikte zij terug van hare eigene gedachten; want zij deed zichtbaar geweld om hare ontsteltenis te bedwingen. Eensklaps viel zij geknield neder en, de handen tot Disdir Vos opheffende, kreet zij: "O, ik smeek u, wees medelijdend voor mij! Gun mij eene genade, eene enkele; ik zal u daarvoor dankbaar zijn mijn leven lang!" "Welke genade? Het is te laat, zeg ik u!" "Neen, neen; hij sterve, vermits het wreede noodlot zijnen dood eischt; maar, Disdir, laat mij hem vergezellen, hem troosten tot het einde!" Verwonderd over deze zonderlinge vraag, schudde Disdir weigerend het hoofd. "Ach, dat het mij vergund weze jegens hem ook dezen laatsten plicht der liefde te vervullen!" riep Dakerlia, tot Disdir op de knieen voortkruipende. "Ik zal u dankbaar blijven voor deze weldaad ... en, wie weet, wie weet?... indien ik daardoor de overtuiging kon bekomen dat er goedheid in uw harte ligt!" Bij het uitspreken dezer woorden schouwde zij Disdir in de oogen met eenen blik zoo biddend en zoo vriendelijk, dat hij er tot in de ziel door werd ontroerd. Dakerlia zou hem kunnen beminnen? Gaven niet hare woorden hem die hoop? Straalde niet uit hare oogen de belofte dat zij zou pogen hare dankbaarheid tot een zoeter gevoel te laten vergroeien? Hij reikte de maagd de hand, hief haar op en zeide: "Dakerlia, ik wil, ofschoon het gevaarlijk voor mij kan worden, u de genade toestaan die gij zoo verleidend van mij afsmeekt." "Dank, dank, Disdir!" murmelde zij. "Maar op de strenge voorwaarde dat gij u stil houdet en geen gerucht maket. Vergezel Robrecht tot op den toren, vermits gij het zoo vurig wenscht; spreek hem aan, steun zijnen moed; maar blijf bedaard en wek niet te veel de aandacht der wapenknechten op. Bij de minste ontstuimigheid in de uitstorting uwer droefheid, zal ik mij verplicht zien u naar den kerker te doen terugleiden." "Ik zal bedaard blijven. O, dank, Di
PREV.   NEXT  
|<   418   419   420   421   422   423   424   425   426   427   428   429   430   431   432   433   434   >>  



Top keywords:

Disdir

 

Dakerlia

 

genade

 

zijnen

 

dankbaar

 

woorden

 
vermits
 
bedaard
 

blijven

 

vriendelijk


Straalde

 
terugleiden
 

kunnen

 

biddend

 
ontroerd
 

beminnen

 

overtuiging

 
goedheid
 

bekomen

 

daardoor


uitspreken

 

voortkruipende

 

weldaad

 
schouwde
 

indien

 
knieen
 

wenscht

 

spreek

 

Robrecht

 

Vergezel


houdet

 

gerucht

 

ontstuimigheid

 

minste

 

uitstorting

 

verplicht

 

wapenknechten

 

aandacht

 

voorwaarde

 

strenge


droefheid
 

reikte

 

vergroeien

 

dankbaarheid

 

zoeter

 

gevoel

 

ofschoon

 

gevaarlijk

 

afsmeekt

 

kerker