injuste rapuit, juste restituat, et conditionem sui generis agnoscat, et
sic misericordiam quam querit inveniat).
Aanhaling uit het werk van GUALTERUS, bij den graaf Van der
Straten-Ponthoz _Charles-le-Bon_, etc., p. 29.]
[Voetnoot 93: Zie bij GALBERTUS, p. 3880, het verhaal dezer wreede
strafpleging, dat hij eindigt met deze woorden: "om ze niet allen in de
volgorde huns doods te moeten noemen, zal ik zeggen dat de anderen, ten
getalle van achtentwintig, op dezelfde wijs van den toren werden
gesmeten."]
Vervolg van de Geschiedenis der Kerels
De tot dan onplooibare Kerels van Vlaanderen waren nu overwonnen; hunne
machtigste beschermers, hunne natuurlijke opperhoofden, de Erembalds,
had men wreedelijk doen sterven onder het valsche voorwendsel dat zij
allen medeplichtig aan den moord van graaf Karel waren.
"Men heeft hunne verrechtvaardiging belet", zegt de geleerde abbe
Carton, "door hen uit te roeien; en dit middel was het zekerste, want de
dooden spreken niet. Toen zij nog leefden, weigerde men hen te
verhooren; zij vroegen rechters, en men gaf hun beulen[94]."
De Isegrims mochten dus tevreden zijn, want het leenheerschap zegevierde
in Vlaanderen, en zij hadden nu eenen vorst die, gansch met hunne
heerschzuchtige gedachten doordrongen, niet zou dulden dat het volk nog
ergens het hoofd ophief.
Inderdaad, Willem van Normandie begon bloedige vervolgingen in te
spannen tegen de Kerels en tegen al wie verdacht was van toegenegenheid
voor hunne zaak. Niet slechts op het platte land, maar in de steden
zelven zocht hij zijne slachtoffers: binnen Brugge alleen werden dus
honderdvijfentwintig burgers als medeplichtigen der Kerels veroordeeld.
Zich machtig genoeg wanende, om niets meer te ontzien, herstelde Willem
van Normandie den tol der dienstbaarheid, _den baljaart_, alhoewel hij
bij zijne inhuldiging plechtiglijk had gezworen dat deze gehate
belasting nimmermeer zou worden geeischt.
Hij toonde zich overigens in alle zaken van bestuur als een vorst die
beweerde naar willekeur te mogen heerschen, zonder acht te slaan op de
rechten en gebruiken van het volk.
Nauwelijks waren er eenige maanden verloopen sedert dat Willem van
Normandie de graaflijke kroon uit de handen des konings van Frankrijk
had ontvangen, of gansch Vlaanderen stond tegen hem op.
Diederik van den Elzas werd door het Vlaamsche volk tot graaf
uitgeroepen, en stelde zich aan het hoofd der opstandelingen.
Er begon een bloed
|