FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   419   420   421   422   423   424   425   426   427   428   429   430   431   432   433   434   >>  
sdir, voor uw medelijden, voor uwe toegevendheid!" "Volg mij dus, Dakerlia, en wees uwe belofte getrouw, heden en in de toekomst." De maagd stapte achter hem uit den kerker. Was haar uiterste droefheid veinzerij geweest? Nu glimlachte zij geheimelijk, en eene vonk van zegevierende blijdschap glinsterde in hare oogen. Evenwel, toen zij op het plein trad, ontsnapte haar een versmachte angstkreet en zij verbleekte van schrik. Daar zag zij haren verloofde, met de armen op den rug gebonden tusschen eenige wapenknechten staan. Zij ging met wankelende stappen tot hem, blikte hem diep in de oogen en meende te spreken, doch de stem verkropte in hare keel. "Dakerlia, o, Dakerlia", zuchtte Robrecht, "ik smeek u, spaar mij het gezicht uwer smart! Laat mij den moed om als een Kerel te sterven! Vaarwel, mijn uur is gekomen ..." De maagd liet haar hoofd op zijne borst vallen en murmelde zoo zacht, dat hij alleen het kon hooren: "Blijf sterk, Robrecht. Sterven is voor ons geboren worden tot een nieuw leven. Heden nog zullen wij vereenigd zijn voor eeuwig in Gods schoot. Ik wil u volgen tot het laatste oogenblik. Stel u niet tegen mijnen wensch ... Moed, moed! Der Kerlen vijanden moeten u bewonderen tot in den dood!" Zij deed eenen stap terug; want op een bevel van Disdir Vos hadden de wapenknechten mher Sneloghe bij den schouder gegrepen en stuwden hem nu over het plein voort. Dakerlia ging nevens hem, en wanneer hij een treurigen blik tot haar richtte, hief zij hare vochtige oogen met eene genster van begeestering ten hemel, als om het vrije vaderland der zielen aan te wijzen. Te midden zijner wacht stapte Robrecht met opgeheven hoofd en koele beradenheid voort. Zijn blik was evenwel onvast en wijfelend, en zoozeer scheen hij vreemd aan alles wat rondom hem geschiedde, dat hij niet meer acht op de tegenwoordigheid van Disdir Vos scheen te slaan, dan of hij hem ooit hadde gekend. Al zijne denkingskracht was in een enkel gevoel verslonden. Dakerlia had gezegd: "heden nog zullen wij daarboven vereenigd zijn." De arme maagd wilde dus sterven uit liefde tot hem? Hij zag in den geest hoe zij den moordpriem, dien zij op zich droeg om zich desnoods tegen Disdir Vos te verdedigen, in haren eigen boezem plofte. Hij meende zelfs, toen men hem in de kerk had gebracht, Dakerlia dien wreeden aanslag op zich zelven af te raden en haar te bidden haar dierbaar leven te sparen; maar nu rukten de wapenknechten hem met barsch gewe
PREV.   NEXT  
|<   419   420   421   422   423   424   425   426   427   428   429   430   431   432   433   434   >>  



Top keywords:

Dakerlia

 

Robrecht

 

wapenknechten

 

Disdir

 

vereenigd

 

meende

 
scheen
 
sterven
 

zullen

 

stapte


zijner

 
stuwden
 

midden

 

Sneloghe

 
schouder
 

beradenheid

 

hadden

 
gegrepen
 

opgeheven

 

zielen


genster

 

treurigen

 

begeestering

 
richtte
 

vochtige

 
vaderland
 

nevens

 

wanneer

 

wijzen

 

plofte


boezem

 

verdedigen

 

moordpriem

 

desnoods

 

gebracht

 

wreeden

 

sparen

 

rukten

 

barsch

 

dierbaar


bidden
 

aanslag

 

zelven

 

liefde

 

geschiedde

 

tegenwoordigheid

 

rondom

 

wijfelend

 

onvast

 

zoozeer