FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   413   414   415   416   417   418   419   420   421   422   423   424   425   426   427   428   429   430   431   432   433   434   >>  
de afschuwelijke misdaad, die den val van mijn vaderland heeft veroorzaakt, hadde willen beletten." De maarschalk zag op naar den koning om hem te berichten dat de ondervraging was geeindigd en zijne bevelen in te roepen. Na eenige woorden met den graaf en met Gervaas Van Praet te hebben gewisseld, verhief de Fransche vorst de stem en richtte zich tot Robrecht Sneloghe. "Gij hebt tienmaal den dood verdiend", zeide hij. "Te Veurne naamt gij als aanleider een werkelijk deel aan eene samenspanning tot opstand tegen uwen wettigen graaf; in dezen burg hebt gij weken lang den moordenaar en zijne aanhangers verdedigd, en gij zijt meer dan anderen de schuld dat er zooveel kostbaar bloed is moeten vergoten worden, om wraak te nemen over den dood van graaf Karel. Gaven wij slechts gehoor aan onzen plicht, wij zouden u onmiddellijk tot den pijnlijksten dood moeten veroordeelen; maar de gebeden en smeekingen der goede lieden van Brugge doen ons tot zachtmoedigheid jegens u overhellen. Wij zijn bereid u het leven te schenken, op voorwaarde dat gij hier in het openbaar erkennet dat de Kerels geene vrijgeboren lieden zijn, en gij verklaret in alle geval, voor u en uw geslacht de vrijheid te verzaken[92]". Een stille glimlach bewoog Robrechts lippen. "Ik mij dienstbaar erkennen? Het juk der slavernij voor mij en mijn geslacht aanvaarden? Onmogelijk, heer koning, liever twintigmaal den dood dan zulke vernedering, dan zulke schande. Mijne voorvaderen zien uit den hemel op mij neder; zij zullen daar niet te blozen hebben over de lafhartigheid van hunnen zoon." "Zinnelooze!" riep de koning, over zulke koele hardnekkigheid verbaasd, "gij wilt mij dus dwingen u in de handen der beulen te leveren?" Robrecht zweeg. "Spreek een goed woord; de koning wenscht u het leven te sparen", zeide hem Willem van Normandie. "De koning kan mij niet redden", antwoordde Robrecht. "Er is eene hoogere macht dan de zijne." "Waarom? Wat wilt gij zeggen?" vroeg de graaf met verwondering. "Omdat God zelf heeft beslist dat ik en mijne dappere gezellen moeten sterven tot boete voor de snoode misdaad van Burchard Knap. Na onzen dood zal de Heer des hemels misschien verzoend worden en zijne wrekende hand oplichten van Kerlingaland." "Kerlingaland heeft zijne vrijheid beslissend verloren en zal nimmer opstaan uit de dienstbaarheid!" morde Rambold Tancmar, met eenen zegevierenden spotlach. Robrecht hief eensklaps het hoofd op en, terwijl zij
PREV.   NEXT  
|<   413   414   415   416   417   418   419   420   421   422   423   424   425   426   427   428   429   430   431   432   433   434   >>  



Top keywords:

koning

 

Robrecht

 

moeten

 

lieden

 

hebben

 

worden

 
vrijheid
 
geslacht
 

Kerlingaland

 

misdaad


Zinnelooze

 
dwingen
 

handen

 

hunnen

 
bewoog
 

Robrechts

 

verbaasd

 
dienstbaar
 

hardnekkigheid

 

lippen


blozen

 

twintigmaal

 

liever

 
voorvaderen
 

vernedering

 
schande
 

Onmogelijk

 

beulen

 

lafhartigheid

 

zullen


aanvaarden

 

slavernij

 

erkennen

 

Waarom

 

verzoend

 

misschien

 

wrekende

 

beslissend

 

oplichten

 

hemels


snoode
 

Burchard

 

verloren

 

nimmer

 

spotlach

 

eensklaps

 

terwijl

 

zegevierenden

 

dienstbaarheid

 

opstaan