FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   405   406   407   408   409   410   411   412   413   414   415   416   417   418   419   420   421   422   423   424   425   426   427   428   429  
430   431   432   433   434   >>  
Robrecht mocht worden en waar hij zich ook bevonde, zij zou zijne echtgenoote zijn en haar leven toewijden aan het verzachten, aan het verhelderen van zijn lot. Misschien zou zij hem dan den geleden rampspoed kunnen doen vergeten, misschien waren hun door den barmhartigen God nog schoone, vreedzame dagen voorbewaard? Bij zulke gepeinzen rees er een stille glimlach op hare lippen en ontschoot eene vonk van vertrouwen aan hare vochtige oogen; maar weldra versomberde eene kommervolle overweging haren geest. Zouden de valschhartige Isegrims, in hunnen onverbiddelijken wrok, de rechtbank niet doen samenstellen uit vijanden der Kerels? Eilaas, dan zou een doodvonnis den armen Robrecht treffen, en het zwaard des beuls zou dit edel en dierbaar hoofd van het bloedige kapblok doen rollen! Schrikkelijke gedachte, die Dakerlia deed ijzen en haar eenen angstkreet ontrukte ... Evenwel, haar beweegbaar en sterk gemoed kwam onmiddellijk in opstand tegen de wanhoop; en dan bief zij de oogen ten hemel, als om de plaats te zoeken waar hare ziel welhaast met de ziel van Robrecht en met andere dierbare zielen zou vereenigd zijn. Zij bedwong op dit oogenblik hare ontsteltenis, en eene uitdrukking van blijde verwachting beglansde haar gelaat. Het gerucht van sleutels en zware stappen in den gang kondigde haar aan dat Reinbert, de gevangenbewaarder, haar met het morgeneten tijding van Robrecht ging brengen. Reinbert, die nu de deur des kerkers opende en met eene kruik en een weitebroodje in de hand binnentrad, was een reeds bejaarde man, wiens gelaat niet van gevoeligheid getuigde; maar hij had vroeger in den oorlog onder het bevel van mher Wulf gestaan, en herinnerde zich met erkentenis den heldenmoed en de goedheid van zijnen overste. Daarom behandelde hij nu zijne dochter in het ongeluk met eerbied en genegenheid, en verschafte haar, niet zonder gevaar voor zich zelven, wat haar lot in deze treurige plaats kon verzachten. "Jonkver Wulf", zeide hij bij zijne intrede, "ik heb hier warme melk en van het fijnste brood dat er in Brugge te vinden is. Dezen middag zal ik ..." Maar Dakerlia, door haar ongeduld aangejaagd, onderbrak zijne vriendelijke rede: "Dank, dank; God zegene u, Reinbert, voor uwe goedhartigheid! Hebt gij heden reeds mher Sneloghe gezien?" "Ik heb hem gezien, jonkvrouw." "En hoe vaart hij?" "Wel, tamelijk wel." "Gij zegt het zoo twijfelachtig! Treurt hij?" "Ja en neen, jonkvrouw. Als hij tot zijne
PREV.   NEXT  
|<   405   406   407   408   409   410   411   412   413   414   415   416   417   418   419   420   421   422   423   424   425   426   427   428   429  
430   431   432   433   434   >>  



Top keywords:

Robrecht

 

Reinbert

 

jonkvrouw

 

gezien

 

gelaat

 

plaats

 
Dakerlia
 
verzachten
 

behandelde

 

Daarom


dochter

 
ongeluk
 

eerbied

 

overste

 
zijnen
 

herinnerde

 

erkentenis

 
heldenmoed
 

goedheid

 

genegenheid


verschafte

 

treurige

 

Jonkver

 
zonder
 

gevaar

 
bevonde
 

zelven

 

gestaan

 

echtgenoote

 

weitebroodje


binnentrad

 

opende

 

kerkers

 

brengen

 

toewijden

 

bejaarde

 

oorlog

 

vroeger

 

gevoeligheid

 

getuigde


intrede
 

worden

 

Sneloghe

 

goedhartigheid

 

tamelijk

 

Treurt

 

twijfelachtig

 

Brugge

 

vinden

 

fijnste