FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   389   390   391   392   393   394   395   396   397   398   399   400   401   402   403   404   405   406   407   408   409   410   411   412   413  
414   415   416   417   418   419   420   421   422   423   424   425   426   427   428   429   430   431   432   433   434   >>  
n gewerkmeester Arnold in samenspraak gebleven, en had met hem overwogen welke middelen men zou kunnen uitdenken om de Kerels, die nog op den toren waren, levend of dood in handen te krijgen, zonder tot dit einde een al te groot getal zijner ridders en wapenknechten te moeten opofferen. De uitslag dezer beraadslaging was, dat er geen ander middel bestond dan de toren te doen vallen, of ten minste de Kerels met dien val tot zooverre te dreigen dat zij, in de zekerheid van onder de puinen te worden verpletterd, zich in de genade des konings overgaven. Men zou den voet van den toren ondermijnen, en daartoe eenen ontzaglijk zwaren beukram bouwen. Om de arbeiders en wapenknechten tegen de steenen en pijlen der Kerels te beschutten, kon men het groote werktuig binnen in het klooster stellen, daar, waar de refter van achter tegen den toren raakte. Dus onder dak staande, zouden degenen, die den beukram moesten bewegen of bestieren, geheel buiten bereik des vijands blijven, en men zou geene of zeer weinige mannen verliezen. Dit ontwerp bekwam des konings goedkeuring. Hij gelastte meester Arnold een groot getal timmerlieden en smeden aan het werk te stellen, opdat de ram binnen eenige dagen vaardig ware. Bleven de Kerels weigeren zich op genade over te geven, welnu, de toren zou dan nederstorten en deze hardnekkige, verstokte lieden onder zijne puinen begraven! Meester Arnold had na weinige dagen de balken en gebinten van zijn gestel in gereedheid gebracht, en deed ze stuk voor stuk in het klooster dragen. Toen eindelijk de reusachtige balk met het ijzeren ramshoofd werd aangevoerd, bemerkten de Kerels, ofschoon nog onduidelijk, wat de vijand voornemens was tegen hen te beproeven. Dat men den toren wilde doen vallen, of dat die val mogelijk ware, zulke gedachte was zoo buitengewoon en zoo ongegrond, meenden zij, dat ze eenen glimlach op hunne lippen verwekte. Wat was dan het doel hunner vijanden? Zouden zij op zekere hoogte in den toren een gat boren, om de trap te bereiken en dus tot hen op te klimmen? Maar deze vooronderstelling was even onwaarschijnlijk. In deze onzekerheid moedigden zij elkander aan om voor niets te zwichten. Zij hadden het nu reeds zoolang volgehouden, twee machtige legers getrotst en hunne vijanden beschaamd; het was toch oneindig schooner en heerlijker tot den laatste toe vrij en met het zwaard in de vuist te bezwijken, dan gemarteld en door de Isegrims vertreden en bespot, te moeten sterven.
PREV.   NEXT  
|<   389   390   391   392   393   394   395   396   397   398   399   400   401   402   403   404   405   406   407   408   409   410   411   412   413  
414   415   416   417   418   419   420   421   422   423   424   425   426   427   428   429   430   431   432   433   434   >>  



Top keywords:

Kerels

 

Arnold

 
genade
 

konings

 

vallen

 

puinen

 

stellen

 

vijanden

 

beukram

 

binnen


klooster

 
weinige
 
wapenknechten
 

moeten

 
beproeven
 

gebleven

 

onduidelijk

 

vijand

 

voornemens

 

mogelijk


ongegrond

 

meenden

 

glimlach

 

gewerkmeester

 
buitengewoon
 

samenspraak

 
verwekte
 

ofschoon

 

gedachte

 

lippen


ramshoofd

 
gestel
 

gereedheid

 

gebracht

 

gebinten

 
balken
 

begraven

 
Meester
 

overwogen

 

ijzeren


hunner

 

aangevoerd

 
reusachtige
 

dragen

 

eindelijk

 
bemerkten
 

zekere

 
oneindig
 

schooner

 

heerlijker