t van honderden bevorderen.
ROeRLUND. Jawel, u denkt aan de spoorweg ... aan al die gevaarlijke
uitgravingen, het laten springen van rotsen, en zoo al meer....
BERNICK. Ja ... juist, ik denk aan den spoorweg. En bovendien ... de
spoorweg zal zoowel fabrieken als bergwerken doen ontstaan. Maar denkt u
niet dat toch....
ROeRLUND. Waarde mijnheer Bernick, u is haast al te nauwgezet. Ik bedoel
dat als u de zaak overgeeft in de hand der Voorzienigheid....
BERNICK. Ja ... zeker; de Voorzienigheid....
ROeRLUND. ... dan is u verantwoord. Leg u maar gerust uw spoorweg aan.
BERNICK. Ja, maar nu stel ik eens een bizonder geval. Ik stel, dat men
op een gevaarlijke plek een rots moet laten springen; maar dat is daar
bepaald noodzakelijk om den spoorweg tot stand te doen komen. Ik stel
dat de ingenieur weet dat het den werkman, die de mijn moet doen
ontvlammen, het leven kosten zal; maar het is de plicht van den
ingenieur den werkman er heen te zenden om het te doen.
ROeRLUND. Hm....
BERNICK. Ik weet wat u zeggen wil. Het zou groot zijn als de ingenieur
zelf de lont nam en er heen ging om de mijn te laten springen. Maar zoo
iets doet men niet. Hij moet dus den werkman opofferen.
ROeRLUND. Dat zou geen ingenieur bij ons ooit doen.
BERNICK. Geen enkel ingenieur in de groote landen zou zich een oogenblik
bedenken om het te doen.
ROeRLUND. In de groote landen? Neen, dat geloof ik graag. In die
verdorven en gewetenlooze maatschappij....
BERNICK. O, er is heel veel goeds in die maatschappij.
ROeRLUND. En dat kan u zeggen, u, die zelf...?
BERNICK. In de groote maatschappij heeft iemand toch de ruimte om een
nuttige onderneming te pousseeren; daar heeft men den moed iets op te
offeren voor een groote zaak; maar hier wordt men belemmerd door
allerlei onbeduidende consideraties en bedenkingen.
ROeRLUND. Is een menschenleven een onbeduidende consideratie?
BERNICK. Wanneer dit menschenleven nu als een belemmering staat
tegenover de welvaart van duizenden?
ROeRLUND. Maar u stelt gewoon ondenkbare gevallen, mijnheer! Ik begrijp u
van daag heelemaal niet. En dan wijst u op de groote maatschappij....
Ja, daarginder, wat is een menschenleven daar waard? Daar rekent men met
menschenlevens als met kapitalen. Maar wij staan toch op een geheel
ander zedelijk standpunt, zou ik denken. Kijk maar eens naar onzen
eerwaardigen reeders-stand! Noem een enkelen reeder hier bij ons, die om
snoode winst een menschenleven zou op
|