FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   3   4   5   6   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27  
28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   >>   >|  
am. Hij was nog maar eenige minuten op zijn slaapkamer als het klare begijnhofklokske door de witte landen galmde, en hij Charlot haastig van het trapken hoorde gaan. Charlot bleef op hare kamer tot zij Pallieter op de zijne hoorde, want eens had zij hem in zijn geboortekleed zien weerkomen, en was met een kres en de armen omhoog, terug naar binnen geloopen. Dat mocht nooit meer gebeuren, liever nog de mis te laat komen of ze niet hooren, dan op Gods wegen een mensch te moeten zien zooals hij uit de handen van God zelf gekomen is. Als Pallieter gekleed was, ging hij naar beneden, stak de mechelsche stoof aan, zette de geel-koperen moor op het vuur en maalde koffie. Als het water begon te zingen, te grollen en te stuiven schonk hij door. O, de aangename koffiereuk, die een mensch zijn hart doet bekomen! Hij voelde rijkelijk de heldere lentekamer en Pallieter stond hem genietend op te snuffelen lijk een hond. Buiten kleerde het op. Een zonnestraal kroop schuins het open venster door en rinkelde schitterend op de geelkoperen marmittekes en op het gulden bepapegaaid, brokaten manteltje van een wassen Lievevrouwken. Pallieter stak met de gauwte zijn vinger in die lichtklad en zei: "Heunink heed er ni on...." Hij sneed boterhammen, veegde er, nen halven pink dik, zuute boter over en haalde uit den kelder een volle schotel versche, hagelwitte plattekees. En in den hof die nog nat was van dauw en besprongen werd met plekken zon, ging hij radeskens plukken--Loebas met zijn vier jong schoten uit hun vat en sprongen hem bassend rond de beenen. Hij gaf hun elk een stuksken suiker en dan liepen zij lijk zot over den natten blijk. Terwijl hij radeskens waschte, kwam Petrus, de ooievaar, met een zilveren visch in den rooden bek naar zijn nest gevlogen, waar zijn wijf met eieren lag. Als alles gereed was voor het eten, ging hij in d'achterdeur staan en keek over het land dat opkleerde in de zon. Was dat geen deugdelijk oog-en neus-en oorenfeest, die lichtgroene, geurende verte met de blinkende waters van de Nethe erdoor, en met koekoek-, haan-en vogelenstem er in? Zeg?... Pallieter zette ook de voordeur open, zoodat er seffens een frissche wind door de gang stroomde, en hij langs twee kanten de nieuwverlichte wereld zag. Langs daar die verte van beemden en velden met blauwe bosschen en windmolens aan den horizon, en langs de voordeur de rijkelijke vest, het begijnhof, en, achter bloeiende hofkes en hobbelige huizen
PREV.   NEXT  
|<   3   4   5   6   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27  
28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   >>   >|  



Top keywords:

Pallieter

 

mensch

 

voordeur

 

radeskens

 

hoorde

 

Charlot

 
wereld
 
rooden
 

stuksken

 

beenen


sprongen

 

bassend

 

suiker

 

liepen

 

hofkes

 

Petrus

 

ooievaar

 

waschte

 

Terwijl

 
schoten

natten

 

zilveren

 

schotel

 

hobbelige

 

versche

 

hagelwitte

 

plattekees

 

kelder

 
huizen
 

haalde


plukken

 

Loebas

 

beemden

 

plekken

 

besprongen

 
gevlogen
 

waters

 

erdoor

 

koekoek

 

begijnhof


blinkende

 
oorenfeest
 

lichtgroene

 

geurende

 

vogelenstem

 

rijkelijke

 
horizon
 

windmolens

 

frissche

 
seffens