FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131  
132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   >>   >|  
dert is mij alles duidelijk.... Heb ik geen gelijk?" "Wat zijt ge vandaag boosaardig!" "In het geheel niet. Er blijft mij geen andere uitweg over: Een van ons beiden moet dom zijn; en nu weet ge wel, dat men dit van zich zelf moeielijk kan aannemen." "Niemand is met zijn eigen rijkdom, ieder met zijn eigen verstand tevreden," citeerde de diplomaat in het Fransch. "Ja, zoo is het," wendde de vorstin Miagkaja zich snel tot hem; maar de zaak is deze, dat ik Anna niet wil hooren veroordeelen. Zij is zoo goed, zoo lief. Wat moet zij doen, als alle mannen haar het hof maken en haar als haar schaduw naloopen?" "Ik denk er ook volstrekt niet aan haar daarom te veroordeelen," trachtte Anna's vriendin zich te verontschuldigen. "Als ons geen schaduw volgt, hebben wij daarom nog geen recht anderen te veroordeelen." Nadat vorstin Miagkaja Anna's vriendin alzoo behoorlijk de les had gelezen, stond zij dadelijk te gelijk met de gezantsvrouw op en beiden gingen aan de andere tafel zitten, waar een algemeen gesprek over den koning van Pruisen gevoerd werd. "Waarover hebt ge zoo druk gediscuteerd?" vroeg Betsy. "Over de Karenins," antwoordde de gezantsvrouw lachend; "de vorstin karakteriseerde Alexei Alexandrowitsch." "O, hoe jammer, dat wij dat niet gehoord hebben!" zeide de gastvrouw en wierp een blik naar de entreedeur. "Ha, zijt ge daar eindelijk!" richtte zij zich tot den binnentredenden Wronsky. Daar Wronsky niet slechts allen, die hier bijeen waren, kende, maar hen ook dagelijks ontmoette, kwam hij op die rustige wijze de kamer binnen, waarmede men menschen te gemoet treedt, die men pas verlaten heeft. "Van waar ik kom?" antwoordde hij op een vraag van de gezantsvrouw; "ik zie wel, dat er niets aan te doen is, dat ik wel zal moeten opbiechten. Ik kom van de bouffes; ik geloof voor de honderdste maal, en altijd met hetzelfde genoegen. Het is bekoorlijk. Ik weet, dat ik mij moet schamen, maar in de groote opera slaap ik in en bij de bouffes blijf ik tot het laatste oogenblik opgewekt en amuseer ik mij. Van daag...." Hij noemde den naam eener Fransche tooneelspeelster en wilde van haar verhalen; maar de gezantsvrouw viel hem met een komieke ontzetting in de rede: "Ik bid u, vertel ons niets van deze horreur!" "Nu goed, dan doe ik het niet, te meer daar gij allen deze horreur schijnt te kennen." "En allen," liet vorstin Miagkaja volgen, "zouden er gaarne heenrijden, als het maar even zoo in de mode was
PREV.   NEXT  
|<   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131  
132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   >>   >|  



Top keywords:

vorstin

 
gezantsvrouw
 

Miagkaja

 

veroordeelen

 

horreur

 

gelijk

 
andere
 
schaduw
 

antwoordde

 

beiden


hebben

 

Wronsky

 

vriendin

 

daarom

 

bouffes

 
moeten
 

opbiechten

 
geloof
 

heenrijden

 

waarmede


bijeen

 

slechts

 

eindelijk

 
richtte
 

binnentredenden

 

dagelijks

 

menschen

 

gemoet

 
treedt
 

binnen


ontmoette

 

rustige

 
verlaten
 

schamen

 

Fransche

 

tooneelspeelster

 
schijnt
 
noemde
 

verhalen

 

vertel


komieke
 

ontzetting

 

kennen

 

bekoorlijk

 

gaarne

 

groote

 

zouden

 
genoegen
 

altijd

 
hetzelfde