FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128  
129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   >>   >|  
werd gestoord door begroetingen en het aanbieden van thee, sprong van den hak op den tak, alsof het nog naar een onderwerp zocht, waarop het zich kon vestigen. "Zij is zeldzaam schoon, ik bedoel als actrice; men bespeurt, dat zij Kaulbach bestudeerd heeft," zeide een diplomaat in den kring der gezantsvrouw, "hebt ge haar nedervallen wel opgemerkt?..." "Ach, ik bid u! spreek toch niet van dezen Nilson; van haar is niets nieuws meer te zeggen!" zoo werd hij in de rede gevallen door een dikke, roodwangige, blondharige dame, zonder wenkbrauwen en zonder chignon, in een oud zijden kleed. Het was vorstin Miagkaja, die door eenvoudigheid en ruwheid van haar wezen beroemd was en het enfant terrible genoemd werd; zij had zich te midden van de beide groepen geplaatst, en naar beide zijden luisterend, richtte zij haar woorden nu naar de eene dan naar de andere zijde. "Al drie menschen hebben mij van daag, alsof zij het afgesproken hadden, deze phrase van Kaulbach doen hooren. En ik weet ook, waarom deze manier van spreken hun zoozeer behaagt...." Dat thema was derhalve door deze opmerking ter zijde geschoven; er moest een ander worden uitgedacht. "Vertel ons nu eens iets grappigs, maar 't mag niet boosaardig zijn," zeide de gezantsvrouw, die uitmuntte in dien fijnen conversatietoon, dien de Engelschen small talk noemen. De diplomaat wist nu niet, waarmede hij zou beginnen. "Men zegt, dat het moeielijk is grappig en geestig te zijn zonder stekelig te worden," zoo begon hij lachend. "Maar ik wil het toch beproeven. Geef u mij dan een thema. Het thema is de hoofdzaak. Is dit aangegeven, dan gaat het van zelf. Ik geloof, dat zelfs de beroemste causeurs uit de vorige eeuw in onze dagen verlegen zouden zijn om iets schrandere te zeggen. Al het vernuftige is al zoo afgezaagd...." "Ook dat is al lang gezegd geworden," viel de gezantsvrouw hem lachend in de rede. Het gesprek ging zeer net binnen de perken voort, maar juist omdat het te net beperkt was, begon het weer spoedig te stokken. Men moest weer zijn toevlucht tot het zekerste, nimmer falende middel nemen, tot--kwaadspreken. "Vindt ge niet, dat Puschewitz iets van Louis Quinze over zich heeft?" vroeg de diplomaat, terwijl hij met de oogen naar een knap, blond jongeling duidde, die aan een tafeltje stond. "O ja, hij valt juist in denzelfden stijl als dit salon; daarom is hij ook zoo dikwijls hier." Dit gesprek had levensvatbaarheid; want men kon op bedekte wij
PREV.   NEXT  
|<   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128  
129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   >>   >|  



Top keywords:

zonder

 
diplomaat
 

gezantsvrouw

 

zijden

 

zeggen

 

lachend

 
worden
 
Kaulbach
 

gesprek

 

zouden


verlegen

 

schrandere

 

vernuftige

 

vorige

 

grappig

 
moeielijk
 

geestig

 
stekelig
 

beginnen

 

waarmede


beproeven

 

geloof

 

beroemste

 
causeurs
 

afgezaagd

 

hoofdzaak

 

aangegeven

 

spoedig

 
duidde
 

tafeltje


jongeling

 

terwijl

 
levensvatbaarheid
 

bedekte

 

dikwijls

 

denzelfden

 
daarom
 
Quinze
 

binnen

 

perken


gezegd
 

geworden

 

beperkt

 

noemen

 

kwaadspreken

 

Puschewitz

 

middel

 
falende
 

stokken

 
toevlucht