verlost. Wel had admiraal Paulicci een aantal dezer roovers opgehangen,
maar eerst de krachtige tusschenkomst van de vloten der westersche
mogendheden gedurende den Krimoorlog, maakte voor goed een einde aan
deze kaapvaart, die voor de kustbewoners bijna tot een geoorloofd
bedrijf geworden was.
Aan gene zijde van kaap Matapan opent zich de wijde golf van
Marathonisi, ten noorden door de vallei van Sparta begrensd. Zeker
schrijver, even weinig ervaren in de botanie als in de aardrijkskunde,
heeft den Peloponnesus bij een moerbezienblad vergeleken. De
vergelijking is zoo onjuist mogelijk. Wilde de man zijn voorbeeld
volstrekt aan het plantenrijk ontleenen, dan kon hij in Griekenland
een boom vinden, die hem de eenig juiste vergelijking aan de hand
zou doen: de plataan. Een plataanblad toch geeft inderdaad vrij wel
den vorm van Morea weer, met zijn drie, naar het zuiden gerichte
voorgebergten, waarvan het middelste de beide anderen in lengte
overtreft. De eerste landpunt, van het westen komende, is die van
Koron, uitloopende in kaap Gallo; daarop volgt het schiereiland Maina,
welks hooge en woeste rotsgebergten afdalen naar kaap Matapan; het
oostelijke voorgebergte eindigt in kaap Malea.
Tegenover deze kaap, eene groote bruine rotsmassa, en slechts door een
zeearm van twaalf mijlen breedte van het vasteland gescheiden, verheft
het eiland Cerigo zijn lage, naakte heuvelen uit de wateren. Deze
zee-engte levert voor de zeilvaartuigen dikwijls groote moeielijkheden
op: als in den Archipel de noordenwind heerscht, zijn zij dikwijls
genoodzaakt het anker uit te werpen aan den ingang der zeeengte,
in de golf van Marathonisi, en daar geduldig, soms dagen lang, te
wachten tot de wind naar het zuiden of het zuidwesten loopt. Blijft
het slechte weder aanhouden, dan ziet men daar soms meer dan honderd
schepen, vooral grieksche en italiaansche, bijeen. Thans zagen wij
er slechts enkelen, die zwaarmoedig op hunne ankers dobberden.
De zwarte wolken, die wij in haastige vlucht over de bergtoppen
zuidwaarts zagen spoeden, verwittigden ons, dat ook wij, bij het
verlaten der straat, met tegenwinden zouden te kampen hebben. De
moeielijkheden en gevaren, aan dezen waterweg, die de belangrijkste
havens en stations van den Levant verbindt, eigen, hebben al meermalen
naar een middel doen omzien om daarin verbetering te brengen. Het meest
voor de hand lag wel het denkbeeld, om de landengte van Korinthe,
die noordelijk Griekenland met den Pel
|