d op
de plek waar het oude Kadmea stond: een soort van voorgebergte of
schiereiland, aan alle zijden door steile, diepe ravijnen omgeven,
behalve aan de zuidzijde, waar een smalle landtong de verbinding
vormt met de naburige plateaux. Ter rechterzijde verheft zich een
zware frankische toren boven de steile helling, die naar de vlakte van
den Asopus afdaalt; links, nabij de Atheensche poort, teekenen zich
de bogen eener waterleiding af tegen den neveligen achtergrond der
bergen. Door de Turken aangelegd en zorgvuldig onderhouden, om het
voor de baden en reinigingen noodige water naar de stad te voeren,
vervalt deze waterleiding thans meer en meer door de slordigheid
en zorgeloosheid der Grieken, die veel minder dan de muzelmannen op
water gesteld zijn. Aan gene zijde der stad en den gordel van tuinen,
die haar omringt, begint de woestijn: eene groote, eentonige, bruine
vlakte, omzoomd door een prachtige bergketen: den Helikon, vroeger met
bosschen bedekt en rijk aan stroomende wateren, nu naakt en droog,
maar altijd schoon door zijn vorm; de rots van den Sphinx, als door
een reuzenzwaard gespleten, en den met sneeuw bedekten Parnassus.
Thebe is beroemd om zijn moestuinen en kweekerijen, die met zeer veel
zorg onderhouden worden en allerlei groenten en vruchten opleveren,
onder anderen heerlijke meloenen, die kunnen wedijveren met de beroemde
meloenen van Kasaba in de provincie van Smyrna. Het frissche groen
dezer tuinen en boomgaarden, waardoor zich kleine beken slingeren,
is eene verkwikking voor het oog. Nergens ziet men hier het grijze en
sombere gebladerte van den olijfboom, die tegen de vrij koude winters
van Beotie niet bestand is; maar de paden tusschen de tuinen zijn
omzoomd door moerbezien-, vijgen- en granaatboomen en myrthen.
Aan de overzijde van het diepe ravijn, dat ons van de stad scheidt,
ziet men hier en daar eenige brokstukken van oude muren, die
waarschijnlijk de plaats aanwijzen der omwalling van het antieke
Kadmea; zij dienen tot fondamenten voor de huizen der tegenwoordige
stad.--Iets verder staat een vierkante toren, het eenige overblijfsel
van het voormalige frankische paleis. Die toren draagt den naam van
den toren van San-Omeri, ter herinnering aan Nicolas de Saint-Omer,
fransch ridder.
Toen wij de woning van onzen gastheer weer binnentraden om te
ontbijten, kwam Perikles ons, met blijkbare verlegenheid, mededeelen,
dat de agoyaten (verhuurders van paarden) geweigerd hadden te
vertrekken,
|