FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   634   635   636   637   638   639   640   641   642   643   644   645   646   647   648   649   650   651   652   653   654   655   656   657   658  
659   660   661   662   663   664   665   666   667   668   669   670   671   672   673   674   675   676   677   678   679   >>  
star, in Albanie, en zelfs in die der meeste steden van Dalmatie, vindt men eene geheele straat, uitsluitend ingenomen door de werkplaatsen en winkels der kleermakers, die, den ganschen dag neergehurkt bij hun arbeid, deze prachtvolle sieraden vervaardigen, welke toch voor het meerendeel door armen en onvermogenden worden gedragen. De Montenegrijn is niet zeer werkzaam van aard, en ziet met zekere minachting neder op allen handenarbeid: werkeloosheid is voor hem het teeken en het bewijs zijner persoonlijke waardigheid. Trouwens, in alle tijden en bij alle volken, was en is nog, ondanks den schijn dien men zich bij wijlen geeft van het tegendeel te willen, ontheffing van persoonlijken arbeid, met name handenarbeid, het teeken en voorrecht der aristokratie: wie met handenarbeid in zijn onderhoud moet voorzien, stond en staat nog, in de schatting aller volken en aller eeuwen, maatschappelijk lager dan hij, die, van deze verplichting ontheven, zijn vermogens en tijd op andere wijze, tot hooger doel kan besteden. In de laatste jaren zijner regeering, had Vorst Danilo, om de schadelijke gevolgen van dezen arbeidschuwen zin te keeren, eenige bekwame jongelieden naar het buitenland gezonden, ten einde daar een of ander ambacht te leeren, waarin zij dan vervolgens anderen zouden hebben kunnen onderrichten. Deze poging is mislukt; maar overigens is in menig opzicht, in den jongsten tijd, het peil der algemeene zedelijkheid zeer gerezen; overal heerscht volkomen veiligheid, en de vreemdeling kan, geheel alleen, het gansche land doortrekken, zonder vrees voor eenig gevaar. Tot voor weinige jaren ondernamen de bewoners van het vorstendom geregeld strooptochten in Herzegowina, Bosnie en Albanie; deze razzias, tchetas genoemd, waren tot eene vaste gewoonte geworden, waarin niemand iets onbehoorlijks zag. Trouwens, wij moeten billijk zijn: het was niet enkel roofzucht of baldadigheid, die de Montenegrijnen daartoe dreef, maar zeer dikwijls de nood, in den meest letterlijken zin van het woord. Het arme, zoo weinig voor bebouwing geschikte land kon menigmaal zijn bewoners niet voeden: er schoot dan geene andere keus over, dan van honger te sterven of met het zwaard het noodige levensonderhoud te winnen. Die keus was er geene voor den krijgshaftigen Montenegrijn: spoedig was er eene gewapende schaar bijeen, en men toog naar de naburige vlakten en dalen om graan en vee te halen en met buit beladen terug te keeren, of in het gevecht met
PREV.   NEXT  
|<   634   635   636   637   638   639   640   641   642   643   644   645   646   647   648   649   650   651   652   653   654   655   656   657   658  
659   660   661   662   663   664   665   666   667   668   669   670   671   672   673   674   675   676   677   678   679   >>  



Top keywords:
handenarbeid
 

volken

 

teeken

 

Trouwens

 

zijner

 

keeren

 
waarin
 

Montenegrijn

 

bewoners

 

andere


Albanie
 

arbeid

 

zonder

 
alleen
 
gansche
 
gevaar
 

doortrekken

 
weinige
 

vorstendom

 

geregeld


strooptochten

 

schaar

 

bijeen

 

geheel

 

naburige

 
ondernamen
 

vlakten

 
opzicht
 

jongsten

 

overigens


gevecht

 

onderrichten

 

poging

 

mislukt

 
algemeene
 

volkomen

 
Herzegowina
 

veiligheid

 

heerscht

 

overal


zedelijkheid

 

gerezen

 

beladen

 
vreemdeling
 

gewapende

 
letterlijken
 
noodige
 

zwaard

 
levensonderhoud
 
kunnen