en niet van de Russen.... Het bleef ons tot hiertoe
onbekend, dat de russische Synode eenig gezag heeft uitgeoefend over de
slavo-servische volksstammen, die buiten de grenzen van het russische
rijk wonen."
De Montenegrijn is zeer gehecht aan de uiterlijke vormen en
plechtigheden der godsdienst: dikwijls ziet men hem nederknielen,
het teeken des kruises maken, zich het hoofd ontblooten als de klok
luidt. Op den vreemdeling maakt de aanblik van eenige duizenden
personen, in eene vlakte of op een plein vereenigd, en allen tegelijk
het teeken des kruises makende op het eerste geluid eener klok, dat
hij anders niet opgemerkt zou hebben, ontegenzeggelijk een diepen
indruk, en als van zelve zal hij tot de overtuiging komen, dat de
Montenegrijnen een zeer godsdienstig volk zijn. Tot op zekere hoogte
is dat ook werkelijk het geval; maar sommige scherpzinnige opmerkers
beschouwen hen toch eenigermate als de vrijdenkers onder de stammen
der Zuid-Slaven, want de kerken worden zeer weinig bezocht, en de
uiterlijkheden van de godsdienst gaan den Montenegrijnen meer ter harte
dan het innerlijk leven des gemoeds. Ook in dit opzicht heerscht hier
een zonderling contrast tusschen den uiterlijken schijn en het wezen
der zaak. Het getal der kerken, bij voorbeeld, is zeer groot: men telt
er vierhonderd in een land van nog niet ten volle tweehonderdduizend
inwoners; het getal der priesters beloopt tusschen de vijf- en
zeshonderd; er worden veel aalmoezen gegeven, en de vasten worden
streng in acht genomen; de uitoefening van iedere andere godsdienst
dan de orthodoxe is verboden;--en toch kan men niet zeggen, dat bij
de massa des volks de godsdienstige overtuiging diep geworteld is,
of dat het geloof beslissenden invloed op hart en leven uitoefent.
De popen zijn in hooge mate onwetend, en oefenen toch een groot
gezag over het volk uit, omdat zij zelven tot het volk behooren,
zijn leven medeleven en deel nemen aan zijne worstelingen, met het
kruis in de eene en de krijgsbanier in de andere hand. Er zijn enkele
kloosters: een in Moratcha, waarvan ik reeds gesproken heb, en dat,
naar men wil, gesticht zou zijn door Douchan, Koning van Servie; een,
het meest beroemde, te Ostrog, waar men sedert 1873 het seminarie of
bogoslavia heeft overgebracht; en een te Kern, waar de kerk staat,
waarvan de Vladika Peter II archimandriet was; maar het getal monniken
is zeer gering, en de dienst in deze heiligdommen wordt doorgaans
door popen verricht.
|