len, die zal zijn verraad met zijn leven
boeten. Staat dan op, Serviers en Montenegrijnen! besproeit de graven
en woonsteden onzer vaderen met het bloed der snoode tirannen; aan
ons behoort het land; met ons is het recht, met ons is God!"
Het valt niet moeilijk te beseffen, welken indruk zulke woorden, uit
den mond van een archimandriet, moesten maken op de hartstochtelijke,
prikkelbare, door eeuwenlangen druk verbitterde, en van nature
krijgshaftige, christelijke bevolking, die in den priester tevens den
soldaat, en in den soldaat een der dignitarissen van de orthodoxe
Kerk eerde. Overigens was Zarko niet de eenige, die destijds het
kruis voor den degen verwisselde. De pope Milo en de higoumenos
Melantya streden mede in de gelederen, en onder de Montenegrijnen
was er schier geen enkele priester, die werkeloos toeschouwer wilde
blijven. Vooral in de aan Albanie grenzende streken, waar de oude zeden
zuiverder bewaard zijn gebleven dan in het meer naar de Adriatische-zee
gelegen gedeelte, vertoont zich de echte, oude Montenegrijn in al de
eigenaardigheid van zijn karakter. Daar hebben en de kleederdracht, en
de gebruiken, en de aloude traditien en volksmeeningen nog schier al
haar oorspronkelijkheid en zuiverheid behouden; maar hoewel de popen
daar, in nog meerdere mate dan elders, aan de worsteling deelnamen,
belette dit hun niet, tevens hunne geestelijke bediening waar te
nemen. Zij verrichten de gebeden voor de gesneuvelden en zijn dikwijls
bij de weeklachten der dooden tegenwoordig.
Maar niet alleen de priesters, ook de vrouwen nemen, naar
montenegrijnsche zeden, deel aan den krijg. Niet zelden nemen zij
zelven het geweer ter hand, maar haar eigenlijke taak bestaat toch
voornamelijk in het aanvoeren van de noodige levensbehoeften voor de
troepen, dikwijls van groote afstanden; in het verbinden en verzorgen
der gekwetsten; in het laden der geweren tijdens het gevecht of het
overbrengen van brieven of bevelen:--zij vormen zoodoende een zeer
nuttig hulpleger, zoodat geen enkel man uit het gelid behoeft te
worden gemist. In de Pesmas of nationale zangen, waarvan ik reeds
meermalen gesproken heb, worden dan ook bij herhaling de moed en
toewijding der vrouwen geprezen; en elke nieuwe veldtocht, elke
nieuwe krijg tegen de Turken voegt aan die gouden legende den naam
toe eener nieuwe heldin, die zich in den strijd onderscheiden heeft,
en die nu voortaan blijft leven in de dankbare herinnering haars
volks. Tegenwoordig ges
|