en en der verwoestingen van de Turken, weinig of niets van
den derden herbouw overig is: het eenige overblijfsel van het oude,
te vuur en te zwaard verwoeste servische klooster is een beeldhouwwerk,
waarop nog de servische arend te herkennen is.
De kerk is zeer eenvoudig, maar de dienst wordt met veel pracht
gevierd: de rijke versieringen en heilige gereedschappen zijn allen
van modernen oorsprong, en door de laatste Vorsten geschonken. Van
de gewijde vaten, kleederen en kostbaarheden, waarvan in de oude
kronieken en verhalen der venetiaansche reizigers gesproken wordt, is
niets meer te vinden; deze schatten, die door de servische Koningen
aan de vorsten en primaten van Zeta ten geschenke waren gegeven,
zijn tijdens de invallen der Turken verloren en verstrooid geraakt.
Deze kerk, of liever deze kapel, is vooral hierom merkwaardig,
omdat zij, behalve de tomben van twee Vorsten, ook het stoffelijk
overschot bevat van den Vladika Peter I, door alle Montenegrijnen
als heilig vereerd. Daar de montenegrijnsche kerk zich als geheel
onafhankelijk beschouwt, en noch het gezag erkent van de russische
Synode, noch van den Patriarch van Constantinopel, moet men wel tot
het besluit komen, dat de Montenegrijnen zelven hun Vladika Peter,
den vierden afstammeling in rechte lijn van de Njegosch, heilig hebben
verklaard. Men zeide mij evenwel, dat in dit geval de beslissing der
Synode was ingeroepen geworden. Peter I is de eigenlijke grondlegger
der tegenwoordige dynastie, hoewel hij de vierde van zijn geslacht
was: het was juist uit aanmerking van de groote diensten, door hem
aan het vaderland bewezen, dat de waardigheid van Vladika in zijne
familie erfelijk werd verklaard. Nadat zijn lijk in het klooster van
Stanjevitch ter aarde was besteld, had een jonkman, met zienersgave
bedeeld, zoo de overlevering wil, een visioen, waarin hem de overleden
Vladika verschenen was, met een lichtglans omgeven, het labarum in de
hand, vol heerlijkheid en majesteit. De jonge ziener trok het land
door, overal in de dorpen verhalende van het gezichte, dat hem ten
deel was gevallen, en heilige liederen zingende; hij vond allengs bij
velen gehoor, vormde een soort van aanhang, en wist het zoo ver te
brengen dat, na verloop van zeven jaren, de doodkist van den Vladika
geopend werd, waarin men het lijk geheel ongeschonden, zonder eenig
spoor van ontbinding, terugvond. Dit feit maakte een geweldigen
indruk in het geheele land; de Vladika werd heilig verkl
|