Oreos
verbonden door een weg, die met eenigen goeden wil voor rijtuigen
bruikbaar mag worden genoemd: want twee of drie half ontwrichte,
vuile, stoffige berlines, door drie magere paarden getrokken, rijden
dagelijks eenmaal tusschen de beide stadjes heen en weder.
(Wordt vervolgd.)
Montenegro.
(Vervolg van bladz. 280).
VI.
De geheele oppervlakte van het vorstendom bedraagt
vierduizend-vierhonderd-zeven-en-twintig vierkante mijlen;
het getal inwoners beloopt, volgens opgave van den Vorst
zelven, in zijn brief aan den groot-vizier, van April 1877,
honderd-drie-en-negentigduizend-drie-honderd-negen-en-twintig
zielen. Het vorstendom, in twee groote deelen, het eigenlijke
Montenegro en de Berda, gesplitst, bevat acht provincies of nahye. Vier
daarvan, Katounska, Tzernitza, Rjetchka, Ljechanska, behooren tot
het eigenlijke Tzernagora of Montenegro; de vier andere, tot de Berda
behoorende, zijn Bjelopavitzka, Piperska, Moratcha, en Vasojevici. De
nahye zijn, voor de administratie, weder verdeeld in plemenas, die
met onze kantons overeenkomen; de plemenas bestaan uit dorpen, die
soms niet meer zijn dan eene verzameling van enkele armoedige hutten.
Wij zijn aan de zuidwestzijde, door de provincie Katounska, het land
binnengetrokken: deze provincie is eene der belangrijkste, want binnen
hare grenzen liggen de hoofdstad Cettinje en Njegosch, de bakermat
van de regeerende familie. Maar zoo de reiziger deze provincie tot
maatstaf nam, om zich een oordeel over het geheele land te vormen,
zou hij zich zeer vergissen: want deze streek is de dorste en meest
misdeelde van allen, en het wordt iemand waarlijk bang te moede, als
hij denkt aan het lot van een volk, dat zijn levensonderhoud aan eene
zoo onbarmhartige natuur ontwringen moet. De vlakte van Grahovo, waar
de Turken in 1858 verslagen werden, behoort ook tot deze bergachtige
provincie. In het westelijk gedeelte, naar de grenzen van Herzegowina,
vindt men enkele vlakten, en het plateau van Njegosch toont hier en
daar sporen van bebouwing.
De Rjetchka-Nahia ligt tusschen de vlakte van Cettinje en het meer
van Skutari, op anderhalf uur afstands van de hoofdstad; het klimaat
is hier zeer zacht; het land is veel minder woest en dor dan in
Katounska: de wijnstok en granaatboom bloeien hier. De provincie
ontleent haar naam, die stroom beteekent, aan de beek, die op drie
mijlen afstands van Rjeka, in het meer van Skutari valt. De streek
in de onmiddellijke nabijheid
|