i, en ook van de
kanalisatie van de Bojana, een stroompje, dat het meer van Skutari met
de Adriatische-zee verbindt. Maar de onbeschrijfelijk kleingeestige,
cyniek-zelfzuchtige politiek van Engeland, ten deze door Oostenrijk
gesteund, heeft deze pogingen om aan het meest billijke verlangen te
voldoen, steeds weten te verijdelen. Natuurlijk dat de Porte, wetende
dat zij op den steun dier beide mogendheden rekenen kan, telkens als
er sprake van was, den afstand van grondgebied en het verschaffen van
een uitweg naar de zee, weigerde. En Europa berustte langmoedig in die
weigering. Zal de tegenwoordige oorlog, waarin de Montenegrijnen weder
nieuwe lauweren gewonnen hebben, hun eindelijk recht doen wedervaren?
De Moratcha-Nahia ontleent haar naam aan het rivierke, dat haar
besproeit. Deze provincie ligt tusschen Bosnie en Herzegowina;
haar bewoners vertoonen den montenegrijnschen type in al zijne
zuiverheid en kenmerkende eigenaardigheid. Zij zijn met vurige
liefde aan hun land gehecht, trouw aan hun Vorst, zeer gesteld op
hunne voorvaderlijke zeden en traditien, dapper en eerlijk, en de
oude servische gastvrijheid nog in eere houdende. Zij leven van de
opbrengst hunner kudden, en houden zich niet met landbouw bezig;
met hunne schapen trekken zij van de eene weide naar de andere, en
voorzien alzoo in hunne behoeften, die zeer weinigen zijn. Naar men
zegt, leven hier in den mond des volks nog de oude zangen, waarin
de geheele geschiedenis des lands is nedergelegd.--Nabij de bronnen
van de Moratcha verheft zich het klooster van gelijken naam, naar de
overlevering wil, gesticht door Douchan, den beroemden Koning van
Servie. Men toont u daar nog een buffelhoorn, die in de dagen van
dezen koning bij de heilige communie werd gebruikt, en eene menigte
nog geheel ongeschonden graven, waaruit blijkt dat het heiligdom tot
dusver aan de vernielende handen der Turken ontsnapte.
De Vasojevici, door Bosnie en Albanie begrensd, hebben dezelfde natuur
als Moratcha en zijn, evenals deze provincie, rijk aan prachtige
wouden, die niet geexploiteerd worden. Het land vertoont hier hetzelfde
karakter als het naburige Albanie, vanwaar de Venetianen het noodige
hout haalden voor hunne galeien en de behoeften van hun tuighuis
en werven.
Verreweg de meeste reizigers, die Montenegro bezoeken, beginnen hun
tocht te Cattaro, trekken over de bergen naar Cettinje, begeven zich
vandaar naar Rjeka, en zakken vervolgens de Moratcha af naar het
meer va
|